4.6Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Regeling S&O-afdrachtvermindering (de Regeling) voert de S&O-inhoudingsplichtige gedurende het kalenderjaar waarin de S&O-verklaring is afgegeven per project een zodanige administratie dat daaruit op eenvoudige en duidelijke wijze zijn af te leiden:
a. de aard, inhoud en voortgang van het werk dat is verricht;
b. op welke dagen door een werknemer van de S&O-inhoudingsplichtige of door de S&O-belastingplichtige het werk is verricht en om hoeveel uur het per dag ging.
Op grond van het artikel 3, tweede lid, van de Regeling voert de S&O-inhoudingsplichtige, ingeval aan hem een S&O-verklaring is afgegeven die ook een bedrag aan kosten en uitgaven als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel d, van de wet bevat, gedurende het kalenderjaar waarin de S&O-verklaring afgegeven is per project een zodanige administratie dat daaruit op eenvoudige en duidelijke wijze zijn af te leiden:
a. dat de kosten en uitgaven uitsluitend dienstbaar, onderscheidenlijk dienstbaar, en direct toerekenbaar zijn aan het werk dat in het betreffende kalenderjaar is verricht;
b. het bedrag aan de gerealiseerde kosten en uitgaven;
c. de datum waarop de kosten en uitgaven zijn betaald.
Op grond van artikel 3, zesde lid, van de Regeling houdt de S&O-inhoudingsplichtige de administratie, bedoeld in het tweede en derde lid, zodanig bij dat deze op het moment van mededeling, bedoeld in artikel 24, derde en vierde lid, van de Wva, beschikbaar is voor controle.
5. In de Handleiding WBSO 2017 is onder meer het volgende opgenomen:
“Alleen kosten of uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan door de S&O-inhoudingsplichtige verricht S&O-werk, komen in aanmerking voor WBSO. Dit betekent dat de kosten en uitgaven een duidelijk aanwijsbaar oorzakelijk verband moeten hebben met het S&O. Loonkosten anders dan eigen S&O-loonkosten zijn uitgesloten voor de WBSO.”
[…]
“
Werkelijke kosten en uitgaven
Het aanvullende bedrag wordt berekend op basis van de geschatte kosten en uitgaven ten behoeve van het S&O-werk. Kiest u in uw eerste aanvraag van het kalenderjaar voor werkelijke kosten en uitgaven dan kunt u dat kalenderjaar geen gebruik meer maken van
het forfait. Dit betekent dat als de daadwerkelijke kosten en uitgaven minder zijn dan verwacht, u later niet alsnog voor het forfaitaire bedrag kunt kiezen.
LET OP!
Als u kiest voor het regime van werkelijke kosten en uitgaven, vergeet
dan niet uw kosten en uitgaven in uw aanvraag op te voeren!” (p.16-17)
“Wanneer u gebruik maakt van de WBSO houdt u een S&O-administratie bij van de uitvoering van de projecten waarvoor u een S&O-verklaring heeft ontvangen. Uit deze administratie moet op eenvoudige en duidelijke wijze kunnen worden afgeleid welke S&O-werkzaamheden zijn verricht en hoeveel tijd daaraan is besteed. Indien u heeft gekozen voor het forfaitaire bedrag dan hoeft u voor kosten en uitgaven geen administratie bij te
houden. Heeft u gekozen voor werkelijke kosten en uitgaven, dan bent u verplicht om ook van de gerealiseerde kosten en uitgaven een administratie bij te houden. Uit deze administratie moet op eenvoudige en duidelijke wijze kunnen worden afgeleid welke kosten en uitgaven zijn gemaakt en betaald voor het S&O-werk waarvoor de S&O-verklaring is afgegeven.” (p.32)