ECLI:NL:CBB:2020:924

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
8 december 2020
Publicatiedatum
7 december 2020
Zaaknummer
18/566, 18/1121, 18/1122, 18/1123 en 18/1124
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van eerdere uitspraak inzake schadevergoedingsverzoeken wegens overschrijding van de redelijke termijn

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 december 2020 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 27 oktober 2020. De zaak betreft een vennootschap onder firma die schadevergoedingsverzoeken had ingediend wegens overschrijding van de redelijke termijn. De appellante had op 18 juni 2020 deze verzoeken ingediend, maar deze waren per abuis niet in de dossiers gevoegd, waardoor ze niet waren meegenomen in de eerdere beoordeling.

De appellante heeft het College op 9 november 2020 geïnformeerd over deze omissie en verzocht om heroverweging. Het College heeft vervolgens op 17 november 2020 laten weten dat het voornemens was de eerdere uitspraak te vervallen. Na reacties van zowel de appellante als de verweerder, heeft het College vastgesteld dat de schadeverzoeken inderdaad niet waren behandeld.

Hierdoor heeft het College besloten om de uitspraak van 27 oktober 2020 te vervallen te verklaren, zodat de verzoeken alsnog in een nieuwe uitspraak door een andere kamer van het College kunnen worden behandeld. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 december 2020, waarbij de voorzitter verhinderd was om de uitspraak te ondertekenen.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 18/566, 18/1121, 18/1122, 18/1123 en 18/1124
uitspraak tot vervallenverklaring van de uitspraak van het College van 27 oktober 2020 in de zaken met nummers 18/566, 18/1121, 18/1122, 18/1123 en 18/1124 tussenVennootschap onder firma [naam], te [plaats] (gemeente [gemeente] ), appellante
en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

Procesverloop

Bij brief van 9 november 2020 heeft appellante het College te kennen gegeven dat in de uitspraak van 27 oktober 2020 ten onrechte niet is ingegaan op de door haar op 18 juni 2020 ingediende schadevergoedingsverzoeken wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Bij brief van 17 november 2020 heeft het College appellante en verweerder laten weten voornemens te zijn de uitspraak van 27 oktober 2020 vervallen te verklaren.
Appellante heeft hierop bij brief van 18 november 2020 gereageerd.
Verweerder heeft hierop bij brief van 27 november 2020 gereageerd.

Overwegingen

1. Het College stelt vast dat de door appellante op 18 juni 2020 ingediende schadeverzoeken op 19 juni 2020 bij hem zijn binnengekomen. Deze verzoeken zijn evenwel per abuis niet in de desbetreffende dossiers gevoegd en daardoor niet betrokken bij de behandeling en beoordeling daarvan. Dit is voor het College aanleiding om de uitspraak van 27 oktober 2020 vervallen te verklaren.
2. Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 27 oktober 2020 zal een nieuwe uitspraak worden gedaan door een andere kamer van het College, waarbij de verzoeken alsnog zullen worden betrokken.
.

Beslissing

Het College
- verklaart zijn uitspraak van 27 oktober 2020 in zaak nummers 18/566, 18/1121, 18/1122, 18/1123 en 18/1124 vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.C.P. Venema, in aanwezigheid van mr. I.S. Ouwehand, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2020.
De voorzitter is verhinderd de De griffier is verhinderd de uitspraak uitspraak te ondertekenen. te ondertekenen.