ECLI:NL:CBB:2020:98
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M. van Duuren
- C.M.J. Rouwers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling en proceskostenveroordeling in melkveehouderij
In deze zaak heeft appellant, een melkveehouder, beroep ingesteld tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had op 2 juli 2015 geen omgevingsvergunning of melding Activiteitenbesluit voor zijn melkveebedrijf, maar maakte gebruik van een kennisgeving die zijn vader in 1992 had gedaan. De minister stelde dat appellant niet als nieuw gestart bedrijf kon worden aangemerkt volgens de Meststoffenwet, omdat hij niet voldeed aan de vereisten van artikel 72 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde dat de minister terecht het fosfaatrecht op 1707 kg had vastgesteld en dat appellant niet kon profiteren van de startersregeling. Het College verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond. Wel werd de minister veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van appellant, omdat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd. De uitspraak werd gedaan op 18 februari 2020.