Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 maart 2021 in de zaak tussen
[naam 1] , [naam 2] en [naam 3] ,te [plaats] , gemeente [gemeente] , hierna tezamen en in enkelvoud: appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Feiten
Op 29 augustus 2014 is [naam 1] , een van de maten van het bedrijf, ernstig verwond door een stier. Het revalidatieproces heeft ongeveer een jaar geduurd, waardoor het niet mogelijk was om direct na oplevering van de stal de veebezetting op te hogen door vaarzen aan te kopen.De veestapel op het bedrijf van appellante was op de peildatum 2 juli 2015 nog niet op het met de investeringen beoogde peil.
Besluitvorming
Beroep
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- stelt de heffingen vast op € 9.699,- voor periode 1, € 405,- voor periode 2, € 334,50 voor periode 3, € 2.990,50 voor periode 4 en € 2.757,50 voor periode 5;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de door appellante gemaakte kosten in bezwaar en beroep tot een bedrag van € 1.602,-.