ECLI:NL:CBB:2021:35
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van subsidie op grond van de Regeling nationale EZ-subsidies na faillissement van appellante
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de intrekking van een subsidie op basis van de Regeling nationale EZ-subsidies. De minister had op 2 augustus 2018 besloten de subsidie van appellante in te trekken en de onverschuldigd betaalde voorschotten terug te vorderen. Dit besluit werd door de minister in een later besluit van 1 februari 2019 bevestigd, waarbij het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard.
Appellante, die deelnam aan een internationaal R&D-samenwerkingsproject, had haar deelname aan het project opgezegd. De minister stelde dat appellante ernstig tekort was geschoten in haar subsidieverplichtingen, wat leidde tot de intrekking van de subsidie. In beroep voerde appellante aan dat de minister in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel had gehandeld door niet alle bezwaargronden mee te nemen en dat zij wel degelijk aan haar verplichtingen had voldaan.
Opmerkelijk is dat op 7 januari 2020 het faillissement van appellante werd uitgesproken. De curator heeft aangegeven de procedure niet voort te willen zetten. Het College heeft vervolgens het verzoek van de minister om ontslag van instantie gehonoreerd, omdat er geen gegronde redenen waren om de procedure voort te zetten. Hierdoor werd het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. H.O. Kerkmeester als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 19 januari 2021.