ECLI:NL:CBB:2021:52
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake betalingsonmacht griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 januari 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die zijn chauffeurskaart geschorst zag door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 19 november 2020 en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 8 januari 2021 was verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was. De voorzieningenrechter constateerde dat verzoeker het griffierecht van € 178,00 niet had betaald en dat er geen verschoonbare omstandigheden waren voor dit verzuim. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om het griffierecht te voldoen binnen de gestelde termijn. Verzoeker had op 10 december 2020 het verzoek om voorlopige voorziening ingediend, maar had niet tijdig het griffierecht betaald. Het verzoek om ontheffing van betaling van het griffierecht was te laat ingediend, waardoor de voorzieningenrechter dit verzoek niet in behandeling kon nemen. Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 januari 2021.