1.2Ingevolge artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) kan een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb uitsluitend betrekking hebben op:
a. kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
b. kosten van een getuige, deskundige of tolk die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht;
c. reis- en verblijfkosten van een partij of een belanghebbende;
d. verletkosten van een partij of een belanghebbende;
e. kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken; en
f. kosten van het als gemachtigde optreden van een arts in zaken waarin enig wettelijk voorschrift verplicht tot tussenkomst van een gemachtigde die arts is.
2. Bij brief van 14 april 2021 heeft appellante het College bericht dat verweerder tegemoetgekomen is aan haar bezwaar voor zover dit ziet op de vaststelling van haar fosfaatrechten. Appellante stelt zich echter op het standpunt dat verweerder moet overgaan tot het vergoeden van de door haar gemaakte kosten in bezwaar en beroep, nu haar bezwaar in het vervangingsbesluit alsnog gegrond is verklaard. De totale kosten bedragen € 402,83. Hiervan ziet € 345,- op het griffierecht, € 32,83 op reiskosten in de bezwaarfase en € 25,- op administratie- en portokosten in zowel de bezwaar- als beroepsfase.
3. Verweerder erkent dat hij het griffierecht moet vergoeden. De reiskosten en de administratie- en portokosten hoeft hij niet te vergoeden. De reiskosten in de bezwaarfase komen alleen voor een vergoeding in aanmerking als het verzoek daarvoor is ingediend in de bezwaarprocedure. Bovendien gaat het hier om kosten voor reizen met eigen vervoer; die kosten komen slechts in uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking, aangezien de hoofdregel is dat alleen kosten voor reizen met het openbaar vervoer worden vergoed. Verder staan de porto- en administratiekosten niet opgesomd in de limitatieve lijst in artikel 1 van het Bpb, waardoor ook deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.