Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2021 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
21 april 2018 (de primaire besluiten) heeft verweerder op grond van de Regeling fosfaatreductieplan 2017 (de Regeling) aan appellante heffingen opgelegd van
€ 2.869,00 voor periode 1, van € 10.891,00 voor periode 2, van € 11.866,00 voor periode 3, van € 12.720,00 voor periode 4 en van € 13.834,00 voor periode 5.
€ 11.817,60 voor periode 5.
OverwegingenInleiding
De knelgevallenregeling
Hardheidsclausule
6 december 2019 staat dat het bedrijf verschillende schulden had. Appellante heeft toegelicht dat de zaakwaarneming tot gevolg heeft gehad dat de schulden van het ouderlijk bedrijf op haar verhaalbaar werden.
Gelet op de bovenbeschreven omstandigheden en de daarmee samenhangende opgelegde heffingen over 2017, wordt appellante in 2017 naar het oordeel van het College onevenredig hard getroffen.
Slotsom
Beslissing
mr. A.J. Jansen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
26 januari 2021.
de uitspraak te ondertekenen. de uitspraak te ondertekenen.