ECLI:NL:CBB:2021:79
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- I.C. Hof
- Rechtspraak.nl
Intrekking van betalingsrechten GLB en subsidiabiliteit van landbouwareaal
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om de intrekking van betalingsrechten op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellant, een agrariër, had betalingsrechten toegewezen gekregen voor een perceel dat hij als tijdelijk grasland had opgegeven. Echter, na een controle concludeerde de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat het perceel was verruigd en niet langer als subsidiabel landbouwareaal kon worden aangemerkt. Dit leidde tot de intrekking van 3,21 betalingsrechten per 14 december 2018.
Appellant ging in beroep tegen het besluit van de minister, dat het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaarde en de intrekking van 2,46 betalingsrechten handhaafde. Tijdens de zitting op 15 december 2020 was appellant afwezig, maar de gemachtigden van de minister waren aanwezig. De kern van het geschil was of het gedeelte van het perceel aan de rechterzijde van een pad als subsidiabel landbouwareaal kon worden aangemerkt. Appellant betoogde dat de luchtfoto's niet voldoende bewijs boden voor de conclusie van de minister en dat het perceel in 2015 wel degelijk landbouwgrond was.
Het College oordeelde dat de minister terecht had geconcludeerd dat het perceel niet als subsidiabel landbouwareaal kon worden aangemerkt. De beelden van Cyclomedia bevestigden de aanwezigheid van hoge en ruige vegetatie, wat de conclusie van verruiging ondersteunde. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 26 januari 2021.