ECLI:NL:CBB:2021:856
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L. van der Beek
- H.S.J. Albers
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Handhaving van zorgplicht voor grote grazers in de Oostvaardersplassen en de toepassing van de Wet dieren
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 7 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Welzijn Grote Grazers en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, met Staatsbosbeheer als derde partij. De appellante, een stichting die zich inzet voor het welzijn van grote grazers, heeft een handhavingsverzoek ingediend tegen Staatsbosbeheer, omdat zij van mening is dat de vegetatie in de Oostvaardersplassen niet voldoet aan de voedselbehoefte van de grote grazers, wat leidt tot onzorgvuldig beheer en dierenleed. De stichting stelt dat de Wet dieren en het Besluit houders van dieren overtreden worden, omdat de grote grazers onvoldoende voedsel en zorg zouden krijgen.
Het College heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht. Het heeft vastgesteld dat de Oostvaardersplassen een groot natuurgebied zijn waar de dieren zelf kunnen kiezen waar zij verblijven en wat zij eten. De zorgplicht van Staatsbosbeheer voor de grote grazers is anders dan die voor gehouden dieren, en het College heeft geoordeeld dat Staatsbosbeheer aan zijn zorgplicht voldoet. De inspecties door de NVWA hebben geen aanwijzingen opgeleverd dat de gezondheid of het welzijn van de grote grazers in gevaar is. De appellante heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de zorgplicht is geschonden. Het College heeft het beroep van de appellante ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten.