In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen een BV en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. De BV had een aanvraag ingediend voor subsidie op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL), maar deze aanvraag werd afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat de SBI-code waaronder de BV op de peildatum van 15 maart 2020 stond ingeschreven in het handelsregister, niet was opgenomen in de bijlage bij de TVL. De BV voerde aan dat de SBI-code niet correct was en dat er maatwerk toegepast moest worden, maar het College oordeelde dat de TVL geen ruimte biedt voor dergelijke aanpassingen. Het College stelde vast dat de BV niet voldeed aan de voorwaarden van de TVL en dat er geen sprake was van onevenredige besluitvorming of schending van het gelijkheidsbeginsel. De uitspraak benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het vermelden van de juiste SBI-code bij de BV ligt en dat wijzigingen na de peildatum niet in aanmerking worden genomen. Het beroep van de BV werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.