ECLI:NL:CBB:2023:494
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. van den Heuvel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag op basis van vestigingsvereiste in het kader van COVID-19 steunmaatregelen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 september 2023, zaaknummer 22/1139, is de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat aan de orde. De ondernemer, die bemiddeling bij telefoniecontracten aanbiedt, had een subsidie aangevraagd op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat de ondernemer niet voldeed aan het vestigingsvereiste, zoals vastgelegd in artikel 2.2.1 van de TVL. De ondernemer had zijn activiteiten geregistreerd op een adres in een bedrijfsverzamelgebouw, maar het College oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij daar duurzaam zijn activiteiten uitoefende.
De ondernemer voerde aan dat hij op het adres was ingeschreven en dat hij daar een kantoorunit huurde, maar het College concludeerde dat de ondernemer slechts voor twee uur per week gebruik kon maken van de kantoorunit en dat dit niet voldeed aan de eisen van duurzame uitoefening van de activiteiten. De minister had eerder het bezwaar van de ondernemer ongegrond verklaard, en het College bevestigde deze beslissing. De uitspraak benadrukt dat enkel inschrijving in het handelsregister niet voldoende is om aan het vestigingsvereiste te voldoen; er moet ook daadwerkelijk sprake zijn van duurzame bedrijfsactiviteiten op het opgegeven adres.
Het College verklaarde het beroep van de ondernemer ongegrond en oordeelde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de proceskosten worden niet vergoed.