In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van [naam 1] B.V., een pluimveeslachterij. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had op 27 september 2023 de HSL-toestemming van verzoekster geschorst en herstelmaatregelen opgelegd, waaronder het verlagen van de bandsnelheid naar 6000 kuikens per uur. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij een spoedeisend belang zou hebben bij het treffen van een maatregel. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is, aangezien de opgelegde maatregelen inmiddels zijn opgeheven met een besluit van 4 oktober 2023. De voorzieningenrechter concludeert dat de vrees van verzoekster voor toekomstige maatregelen onvoldoende is om nu een voorlopige voorziening te treffen, omdat het opleggen van een cascade 4-maatregel een toekomstige en onzekere gebeurtenis is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en merkt op dat de rapporten van bevindingen, die de overtredingen van verzoekster documenteren, niet bij het bestreden besluit zijn gevoegd, wat verzoekster in haar verweer zou kunnen belemmeren.