ECLI:NL:CBB:2024:301
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen herberekening en terugvordering van GLB-betalingen voor actieve landbouwstatus
In deze zaak heeft de maatschap [naam] beroep ingesteld tegen de besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetalingen voor de jaren 2020 en 2021 heeft herberekend en teruggevorderd. De minister stelde dat de maatschap niet voldeed aan de eis van actieve landbouwer, zoals vastgelegd in artikel 2.3 van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. De maatschap was ten tijde van de peildata, 15 mei 2020 en 15 mei 2021, niet ingeschreven als landbouwer met een hoofdactiviteit landbouw in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De maatschap voerde aan dat de uitschrijving uit het handelsregister om fiscale redenen met terugwerkende kracht had plaatsgevonden en dat dit de minister had moeten opvallen. De minister betwistte dit en stelde dat de maatschap niet had aangetoond dat zij een actieve landbouwer was.
De enkelvoudige kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 30 april 2024 geoordeeld dat de minister terecht de maatschap niet als actieve landbouwer heeft aangemerkt. De maatschap had niet voldaan aan de inschrijvingsvereisten in het handelsregister, wat leidde tot de conclusie dat de minister de aanvragen om uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetalingen terecht had herberekend en teruggevorderd. Het College oordeelde dat de maatschap als professionele marktdeelnemer verantwoordelijk was voor een correcte registratie en dat de uitschrijving met terugwerkende kracht gevolgen had voor de ontvangen betalingen. Het beroep van de maatschap werd ongegrond verklaard.