ECLI:NL:CBB:2024:422
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- H. van den Heuvel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Economische Zaken en Klimaat inzake TVL-subsidie voor Q3 2021
In deze zaak heeft de ondernemer beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, waarin de subsidie voor de periode juli tot en met september 2021 op € 0,- is vastgesteld en een eerder betaald voorschot van € 17.863,54 is teruggevorderd. De ondernemer had eerder een aanvraag ingediend voor TVL-subsidie voor Q3 2021 en ontving een voorschot. Na de aanvraag om vaststelling van de subsidie, heeft de minister het subsidiebedrag op nihil vastgesteld, wat de ondernemer betwistte. De zitting vond plaats op 28 maart 2024, waar de ondernemer en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van de minister.
De ondernemer betoogde dat de minister een onjuiste omzet heeft gehanteerd voor de referentie- en subsidieperiode, omdat hij een gebroken boekjaar heeft en de 1/3 en 2/3 methodiek toepast. De ondernemer stelde dat deze methodiek binnen de TVL past en dat eerdere aanvragen op dezelfde manier zijn behandeld. De minister daarentegen stelde dat de subsidie terecht op nihil is vastgesteld, omdat de ondernemer niet voldeed aan het vereiste van minimaal 30% omzetverlies. De minister betoogde dat de 1/3 en 2/3 methodiek niet in lijn is met de TVL, omdat de aangifte omzetbelasting niet op een kalenderkwartaal betrekking heeft.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het beroep gegrond is, omdat de minister in strijd met artikel 2.4.3, vijfde lid, van de TVL heeft gehandeld. Het College vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van de ondernemer tot een bedrag van € 1.750,- werden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 juni 2024.