ECLI:NL:CBB:2025:146
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tuchtrechtelijke maatregel tegen accountant wegens onterecht aanvragen NOW-subsidie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een accountant, [naam 1], die in zijn hoedanigheid van directeur en mede-eigenaar van een accountantskantoor NOW-subsidie heeft aangevraagd en ontvangen. De accountant heeft dit gedaan terwijl hij redelijkerwijs niet kon veronderstellen dat zijn kantoor voldeed aan de vereisten van de NOW-regeling. Het vertrek van een partner met medeneming van cliënten werd niet beschouwd als een buitengewone omstandigheid die het accountantskantoor recht gaf op de subsidie. De accountantskamer had eerder geoordeeld dat [naam 1] in strijd heeft gehandeld met de fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit, en legde een tijdelijke doorhaling van zijn inschrijving op voor de duur van één maand op. Het College heeft het hoger beroep ongegrond verklaard, waarbij het de eerdere beslissing van de accountantskamer heeft bevestigd. De accountant had onvoldoende openheid van zaken gegeven en zijn argumenten werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van accountants om eerlijk en integer om te gaan met coronasteunmaatregelen, en dat het aanvragen van subsidies niet lichtvaardig moet gebeuren, vooral niet in het licht van de rol van accountants als poortwachters.