ECLI:NL:CBB:2025:303
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen factuurbesluit voor registratie Uniek Bedrijfsnummer Hond Niet-bedrijfsmatig
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De minister had op basis van artikel 3.29 van het Besluit houders van dieren en artikel 10a van de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren een factuur van € 19,- aan de appellant gestuurd voor het aanvragen van een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) voor de diersoort Hond Niet-bedrijfsmatig. De appellant stelde dat hij abusievelijk een UBN voor een hond had aangevraagd, terwijl hij een UBN voor zijn kat wilde aanvragen. De minister verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond, waarop de appellant beroep instelde.
Tijdens de zitting op 18 februari 2025 werd duidelijk dat de appellant op 13 maart 2023 daadwerkelijk een UBN voor de hond had aangevraagd via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De minister legde uit dat de registratie van een hond een eenmalige retributie met zich meebracht, ongeacht de intentie van de appellant. Het College oordeelde dat de minister terecht het bedrag van € 19,- in rekening had gebracht, omdat de appellant zelf verantwoordelijk was voor de aanvraag en de kosten die daarmee gepaard gingen. Het College verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en bevestigde de rechtmatigheid van het factuurbesluit.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager bij het aanvragen van een UBN en de gevolgen van een foutieve aanvraag. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 mei 2025.