ECLI:NL:CBB:2025:312

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
19 mei 2025
Zaaknummer
25/255
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing winkeltijdenwet

Op 10 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen een omwonende van een avondwinkel en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. De omwonende had bezwaar gemaakt tegen een ontheffing die was verleend aan de eigenaar van de avondwinkel, waardoor deze de winkel tot middernacht mocht openhouden. De omwonende voerde aan dat de ontheffing zou leiden tot een toename van overlast in de buurt, wat vooral nadelig zou zijn voor zijn stiefdochter die last had van stress en slaapproblemen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat er geen sprake was van zodanige spoedeisendheid dat er een voorlopige voorziening moest worden getroffen. Er was geen bewijs van onomkeerbare gevolgen voor de omwonende. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen meegewogen dat het college van b en w advies had ingewonnen bij de politie voordat de ontheffing werd verleend, dat de ontheffing voor een jaar was verleend met voorschriften om overlast te beperken, en dat er verhoogd toezicht zou zijn. Ook werd opgemerkt dat bij overtredingen de ontheffing kon worden ingetrokken. Tijdens de zitting bleek niet dat de situatie op dat moment zodanig was dat er maatregelen moesten worden getroffen voordat het bezwaar werd behandeld.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 25/255
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 10 april 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , te [woonplaats]

en
het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg(college van b en w)
(gemachtigde: A.M.L. Seur)
Voorzieningenrechter: mr. M. Schoneveld
Griffier: mr. A.A. Dijk

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

Het college van b en w heeft op 4 februari 2025 een ontheffing verleend aan de eigenaar van een avondwinkel waarmee hij deze winkel geopend mag houden tot 00.00 uur. [naam] is omwonende. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen de ontheffing en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. [naam] heeft – kort gezegd – aangevoerd dat de ontheffing leidt tot een toename van overlast in de kwetsbare buurt en dat zijn stiefdochter door haar beperking daar erg veel last van heeft door stress en slaapproblemen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van zodanige spoedeisendheid dat, gelet op de betrokken belangen, een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Er is niet gebleken van onomkeerbare gevolgen. In dit kader is van belang en meegewogen dat alvorens te beslissen het advies van de politie is gevraagd door het college van b en w, de ontheffing is verleend voor de duur van een jaar, daarbij voorschriften om overlast tegen te gaan zijn opgenomen, het toezicht zal worden verhoogd en bij overtredingen de ontheffing kan worden ingetrokken. Ook tijdens de zitting is niet gebleken dat de situatie op dit moment zodanig is dat het noodzakelijk is om vooruitlopend op de behandeling van het bezwaar maatregelen te treffen.
w.g. M. Schoneveld w.g. A.A. Dijk