In deze zaak heeft [naam 1] een subsidie aangevraagd op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies voor investeringen in energiebesparende maatregelen, waaronder een warmtepomp en isolatiemateriaal. De minister van Klimaat en Groene Groei heeft op 3 november 2022 een subsidie verleend voor de warmtepomp, maar de aanvraag voor de isolatiemaatregelen is afgewezen omdat deze niet binnen de vereiste termijn was ingediend. Het bestreden besluit van 17 april 2023, waarin het bezwaar van [naam 1] ongegrond werd verklaard, leidde tot beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Tijdens de zitting op 22 mei 2025 werd duidelijk dat de aanvraag voor de isolatiemaatregelen niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling, waaronder de eis dat de aanvraag binnen twaalf maanden na uitvoering van de maatregelen moest worden ingediend. Het College oordeelde dat de minister terecht de aanvraag had afgewezen, omdat de isolatiemaatregelen niet door een bouwbedrijf waren aangebracht en niet voldaan was aan de minimale oppervlakte-eisen voor isolerend glas. Bovendien werd opgemerkt dat de verlenging van de indieningstermijn per 1 januari 2023 niet van toepassing was op de aanvraag van [naam 1], aangezien de maatregelen vóór deze datum waren uitgevoerd. Het College verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de subsidieaanvraag.