In deze zaak heeft [naam] beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn subsidieaanvraag voor een lucht-luchtwarmtepomp door de minister van Klimaat en Groene Groei. De aanvraag was gedaan op basis van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, specifiek onder titel 4.5 Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). De minister had eerder op 3 november 2023 een subsidie verleend voor glasisolatie, maar de aanvraag voor de lucht-luchtwarmtepomp werd afgewezen omdat deze niet in aanmerking komt voor subsidie volgens de Regeling. De minister verklaarde het bezwaar van [naam] ongegrond in een besluit van 10 januari 2024, waarop [naam] beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting op 22 mei 2025 heeft [naam] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de voorwaarden van de Regeling leiden tot rechtsongelijkheid. Hij stelde dat oudere huizen, zoals het zijne, niet geschikt zijn voor andere soorten warmtepompen die wel subsidie ontvangen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de argumenten van [naam] beoordeeld en geconcludeerd dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen. De Regeling sluit lucht-luchtwarmtepompen expliciet uit van subsidieverlening, en het College oordeelde dat de keuze van de regelgever om deze toestellen uit te sluiten niet onrechtmatig is. De uitspraak werd gedaan op 8 juli 2025, waarbij het College het beroep ongegrond verklaarde.