ECLI:NL:CBB:2025:357

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
24/124
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidie aanvraag lucht-luchtwarmtepomp op grond van Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies

In deze zaak heeft [naam] beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn subsidieaanvraag voor een lucht-luchtwarmtepomp door de minister van Klimaat en Groene Groei. De aanvraag was gedaan op basis van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, specifiek onder titel 4.5 Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). De minister had eerder op 3 november 2023 een subsidie verleend voor glasisolatie, maar de aanvraag voor de lucht-luchtwarmtepomp werd afgewezen omdat deze niet in aanmerking komt voor subsidie volgens de Regeling. De minister verklaarde het bezwaar van [naam] ongegrond in een besluit van 10 januari 2024, waarop [naam] beroep heeft ingesteld.

Tijdens de zitting op 22 mei 2025 heeft [naam] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de voorwaarden van de Regeling leiden tot rechtsongelijkheid. Hij stelde dat oudere huizen, zoals het zijne, niet geschikt zijn voor andere soorten warmtepompen die wel subsidie ontvangen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de argumenten van [naam] beoordeeld en geconcludeerd dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen. De Regeling sluit lucht-luchtwarmtepompen expliciet uit van subsidieverlening, en het College oordeelde dat de keuze van de regelgever om deze toestellen uit te sluiten niet onrechtmatig is. De uitspraak werd gedaan op 8 juli 2025, waarbij het College het beroep ongegrond verklaarde.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 24/124

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2025 in de zaak tussen

[naam] , te [woonplaats]

en

de minister van Klimaat en Groene Groei

(gemachtigden: mr. M.J. Schulte en mr. M. Wullink)

Procesverloop

Met het besluit van 3 november 2023 heeft de minister aan [naam] een subsidie op grond van titel 4.5 Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) verleend.
Met het besluit van 10 januari 2024 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van [naam] ongegrond verklaard.
[naam] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 22 mei 2025. Aan de zitting hebben [naam] en de gemachtigde van de minister deelgenomen.

Overwegingen

Aanleiding voor deze procedure

[naam] heeft op 20 oktober 2023 subsidie op grond van de Regeling aangevraagd voor een investering in glasisolatie. De minister heeft deze aanvraag ingewilligd. [naam] heeft in bezwaar aangevoerd dat hij ook subsidie wilde aanvragen voor een investering in een lucht-luchtwarmtepomp, maar dat dit niet mogelijk was omdat daar geen meldcode voor bestond. De minister heeft in het bestreden besluit uitgelegd dat een investering in een lucht-luchtwarmtepomp op grond van de Regeling niet in aanmerking komt voor subsidie. Dat is ook de reden waarom er geen meldcode voor beschikbaar is.
[naam] voert in beroep aan dat de voorwaarden van de Regeling leiden tot rechtsongelijkheid. Oudere huizen, zoals die van [naam] , zijn doorgaans niet geschikt voor vloerverwarming, en een Cv-installatie vraagt om een hogere watertemperatuur. Lucht-water-, grond-water-, en water-waterwarmtepompen – waar wel subsidie voor kan worden verleend – kunnen die hogere watertemperatuur niet leveren. Daarom is voor dit soort huizen een lucht-luchtwarmtepomp de beste technische oplossing. Hierdoor ontstaat rechtsongelijkheid tussen eigenaren van nieuwe en oudere huizen.
Beoordeling door het College
Tussen partijen is niet in geschil dat [naam] een lucht-luchtwarmtepomp heeft laten plaatsen. Artikel 4.5.2, tweede lid, aanhef en onder a, onderdeel 1°, van de Regeling bepaalt dat subsidie kan worden verleend voor een investering in een ruimteverwarmingstoestel of een waterverwarmingstoestel dat is uitgerust met een lucht-waterwarmtepomp, een grond-waterwarmtepomp of een water-waterwarmtepomp. Op grond van artikel 4.5.1 van de Regeling is een lucht-luchtwarmtepomp uitgesloten van de definitie van het begrip ‘ruimteverwarmingstoestel’.
Het College oordeelt dat de minister de aanvraag van [naam] terecht heeft afgewezen. De Regeling sluit subsidieverlening voor een lucht-luchtwarmtepomp uitdrukkelijk uit. De minister heeft toegelicht dat dit een bewuste keuze van de regelgever is geweest. Deze toestellen kunnen namelijk ook voor koeling of ventilatie worden gebruikt. Dat betekent dat deze toestellen in de warme zomermaanden meer energie verbruiken en de Regeling beoogt juist het energieverbruik terug te dringen. Bij de beoordeling van zo’n beleidsmatige keuze moet het College in beginsel terughoudend zijn. Gelet op de toelichting van de minister acht het College de keuze om lucht-luchtwarmtepompen uit te sluiten als zodanig niet onrechtmatig. Dat [naam] zijn lucht-luchtwarmtewarmtepomp niet gebruikt om te koelen, maar alleen om te verwarmen, maakt dat niet anders. Dat aan huiseigenaren die een ander type warmtepomp hebben laten plaatsen wel subsidie kan worden verleend, betekent niet dat sprake is van rechtsongelijkheid. De warmtepompen die zij hebben laten plaatsen, voldoen immers wel aan de vereisten uit de Regeling.
Het beroep is ongegrond.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.S.J. Albers, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2025.
w.g. H.S.J. Albers w.g. A.A. Dijk