Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 juli 2025 op het hoger beroep van:
[naam 1] AA, te [woonplaats]
Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA),ingediend tegen [naam 1]
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze tuchtzaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen [naam 1], een accountant die door de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) was aangeklaagd. De klacht van de NBA betrof onder andere het indienen van onjuiste btw-aangiften, het benaderen van cliënten voor geldleningen, dreigen met fysiek geweld en het niet melden van ongebruikelijke transacties. De accountantskamer had eerder een aantal klachtonderdelen gegrond verklaard en een maatregel van doorhaling van de inschrijving van [naam 1] in de registers opgelegd voor een periode van vijf jaar. Het College heeft het hoger beroep van [naam 1] gedeeltelijk gegrond verklaard, met name voor het klachtonderdeel over het niet melden van een ongebruikelijke transactie, maar heeft de overige klachten en de opgelegde maatregel in stand gelaten. Het College oordeelde dat [naam 1] ernstig tekort is geschoten in zijn verantwoordelijkheden als accountant, met name door jarenlang onjuiste belastingaangiften in te dienen en niet te voldoen aan de kwaliteitsnormen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor accountants om zich te houden aan de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en professionaliteit.