Bijlage
Artikel 4, tweede lid,
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, als mede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004.
Artikel 5, eerste en tweede lid
1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen.
2. De in lid 1 bedoelde HACCP-beginselen betreffen:
a. a) het onderkennen van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden;
b) het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren;
c) het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controlepunten teneinde te kunnen bepalen wat aanvaardbaar en wat niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie, eliminatie of reductie van een onderkend gevaar;
d) het vaststellen en toepassen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten;
e) het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking zou blijken dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is;
f) het vaststellen van procedures om na te gaan of de onder a) tot en met e) bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij re gelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd, en
g) het opstellen van aan de aard en de omvang van het levensmiddelen bedrijf aangepaste documenten en registers, teneinde aan te tonen dat de onder a) tot en met f) omschreven maatregelen daadwerkelijk worden toegepast.
Ingeval het product, de verwerking of een stadium daarvan enige wijziging ondergaat, dient de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de procedure te herzien en waar nodig aan te passen.
Bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder a
1. Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten:
a. a) afdoende worden schoongemaakt en zo nodig ontsmet. Het schoonmaken en ontsmetten moeten zo frequent plaatsvinden dat elk gevaar van verontreiniging wordt vermeden.
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen
1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, 4, eerste, tweede en derde lid, 5, eerste lid, tweede lid, laatste alinea, en vierde lid, en 6, tweede lid en derde lid, onderdelen a en b, van verordening (EG) 852/2004 en de krachtens de artikelen 4, vierde lid, en 6, derde lid, onderdeel c, van verordening (EG) 852/2004 vastgestelde bepalingen.
Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen
Artikel 15, eerste, vierde en zevende lid
1. Eet- of drinkwaren of grondstoffen, welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, moeten:
a. voor zover het betreft voorverpakte eet- of drinkwaren of grondstoffen, zodanig worden vervoerd of in voorraad worden gehouden dat de temperatuur van de waar ten hoogste de door de bereider aangegeven temperatuur bedraagt; of,
b. voor zover door de bereider geen bijzondere bewaartemperatuur op de voorverpakking is vermeld of de waar niet is voorverpakt, zodanig worden vervoerd of in voorraad worden gehouden dat de temperatuur van de waar ten hoogste 7°C bedraagt.
4. In afwijking van het eerste lid mogen de daar bedoelde bederfelijke eet- of drinkwaren, die zodanig verhit zijn dat zij geschikt zijn voor onmiddellijke consumptie door de eindverbruiker, tevens ter rechtstreekse aflevering aan de eindverbruiker voorhanden worden gehouden indien de temperatuur van de waar ten minste 60°C bedraagt.
7. Het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op het vervoer of het in voorraad houden van niet-voorverpakte eet- of drinkwaren of grondstoffen gedurende een nader te bepalen periode van ten hoogste 24 uur na de bereiding daarvan, voor zover de ter zake in een krachtens het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen door Onze Minister goedgekeurde hygiënecode vastgestelde voorschriften in acht worden genomen. De desbetreffende hygiënecode zal slechts worden goedgekeurd indien voldaan is aan de volgende voorschriften:
a. de uitzondering heeft slechts betrekking op eet- of drinkwaren of grondstoffen waarvan koeling met het oog op de smaak ongewenst is, of die bij de bereiding direct voorafgaand aan de ongekoelde bewaar- of vervoerperiode een intensieve hittebehandeling hebben ondergaan;
b. de desbetreffende hygiënecode schrijft voor dat bij onverpakte verkoop van de waar aan de koper duidelijk wordt gemaakt dat de waar een (zeer) beperkte houdbaarheid heeft, en werkt uit hoe dat voorschrift kan worden toegepast;
c. in de hygiënecode is de periode van ongekoeld opslaan of vervoeren nauwkeurig vastgesteld; en
d. de ongekoelde bewaring of opslag leidt niet tot een uit microbiologisch oogpunt onveiliger waar.