ECLI:NL:CBB:2025:474
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete voor overtreding van de Wet Dieren met betrekking tot het transport van een niet geschikt dier
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een boete die de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur had opgelegd aan een vennootschap. De boete van € 3.000,- was opgelegd omdat de vennootschap een big vervoerde die niet geschikt was voor transport, aangezien het dier een ontstoken tarsaalgewricht had. De minister baseerde zijn besluit op een rapport van bevindingen van een toezichthoudend dierenarts van de NVWA, die concludeerde dat de ontsteking al vóór het transport aanwezig was. De vennootschap betwistte de bevindingen en de hoogte van de boete, maar het College oordeelde dat de minister terecht had gehandeld. Het College bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die had geoordeeld dat de vennootschap de overtreding had begaan en dat de boete evenredig was. Het College concludeerde dat de vennootschap onvoldoende bewijs had geleverd om de bevindingen van de toezichthoudend dierenarts te weerleggen, en dat het tijdsverloop van zes maanden tussen de inspectie en het rapport niet voldoende was om aan de juistheid van het rapport te twijfelen. De hoogte van de boete werd als passend en geboden beschouwd, gezien de ernst van de overtreding en de recidive.