ECLI:NL:CBB:2025:562

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
25 september 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
25/683
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake fytosanitair certificaat voor export van boomstammen naar China

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 25 september 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van Eco Worldwide Solutions B.V. De onderneming had een aanvraag ingediend voor een fytosanitair certificaat voor een lading boomstammen die bestemd was voor export naar China. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur had deze aanvraag afgewezen, omdat de behandeling van de boomstammen met sulfurylfluoride niet voldeed aan de ISPM28-normen, die door de Chinese autoriteiten zijn gesteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de onderneming niet aan de vereisten voldeed, aangezien de maximale dosering van sulfurylfluoride die was toegepast niet voldoende was om schadelijke organismen volledig te vernietigen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen zicht was op een rechtmatige afgifte van het fytosanitair certificaat. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bedrijven om te voldoen aan internationale normen bij de export van plantaardige producten.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 25/683
uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 september 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

Eco Worldwide Solutions B.V., te Werkendam (de onderneming)

(gemachtigde: mr. K. Nikolaou)
en

de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

(gemachtigde: mr. W.J.C. Goorden)

Procesverloop

Bij besluit van 8 juli 2025 (het primaire besluit) heeft de minister de aanvraag van de onderneming van 25 juni 2025 tot verkrijging van een fytosanitair certificaat voor een lading boomstammen afgewezen.
De onderneming heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting was op 15 september 2025. Aan de zitting hebben de gemachtigden van partijen deelgenomen. Namens de onderneming heeft ook [naam] deelgenomen. Namens de minister hebben verder A.M.H. van de Wal, A.H.P.M Vogels, M.B. de Hoop en P. de Vries deelgenomen.

Overwegingen

Inleiding
1.1
De onderneming is een bedrijf dat gespecialiseerd is in onder meer bestrijding van schadelijke organismen zoals insecten (quarantaine-organismen) door middel van begassing van goederen en ruimtes met sulfurylfluoride. In deze procedure gaat het om een container met een lading boomstammen die bestemd is voor export naar China en die door de onderneming is begast met sulfurylfluoride. De onderneming heeft de minister gevraagd om een fytosanitair certificaat te verstrekken. Met dat certificaat verklaart de minister, kort gezegd, dat de boomstammen aan de door China gestelde fytosanitaire eisen voldoen. Zonder fytosanitair certificaat kunnen de boomstammen niet naar China worden geëxporteerd.
1.2
Aan de afwijzing van het verzoek om afgifte van een fytosanitair certificaat heeft de minister ten grondslag gelegd dat met ingang van 1 januari 2025 geen fytosanitaire certificaten meer worden afgegeven voor boomstammen die zijn behandeld met sulfurylfluoride, omdat dit een specifieke eis van de Chinese autoriteiten zou zijn.
2 De onderneming heeft de voorzieningenrechter verzocht om te oordelen dat de minister het afgeven van fytosanitaire certificaten voor met sulfurylfluoride begaste boomstammen die bedoeld zijn voor export naar China niet mag weigeren.
Spoedeisend belang
3.1
Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht kan, indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3.2
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de onderneming een voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening. Hoewel op de zitting is gebleken dat de lading boomstammen waar het bestreden besluit betrekking op heeft al via België naar China is geëxporteerd, acht de voorzieningenrechter wel urgentie aanwezig bij een rechtmatigheidsoordeel over de afwijzing van het verzoek van de onderneming. Aan het bestreden besluit ligt namelijk ten grondslag dat de minister met ingang van 1 januari 2025 in het geheel geen fytosanitaire certificaten meer afgeeft voor boomstammen die zijn behandeld met sulfurylfluoride. De onderneming zal dus bij iedere komende aanvraag tegen dezelfde weigering oplopen en er is daarom geen zicht op hervatting van opdrachten. Aannemelijk is dat dit (mogelijk onherstelbare) gevolgen heeft voor de betreffende divisie binnen de onderneming en de werknemers die binnen die divisie werkzaam zijn.
Standpunten van partijen
4 De onderneming heeft aangevoerd dat zij met de begassing van de lading boomstammen volledig heeft voldaan aan de geldende Chinese fytosanitaire eisen zoals beschreven in het op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gepubliceerde landenoverzicht. Dit is ook bevestigd door het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB) en het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) die inspecties van de behandelde boomstammen hebben verricht. Uit artikel 100 van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees parlement en de raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten (Verordening 2016/2031) volgt dat de minister dan ook gehouden is om een fytosanitair certificaat te verstrekken.
5 De minister wijst op het volgende. Een zending boomstammen die voor import aan China wordt aangeboden, wordt afgekeurd wanneer daarin een levend quarantaine-organisme wordt aangetroffen. De Chinese autoriteiten hebben in de afgelopen jaren herhaaldelijk zendingen boomstammen waarvoor de minister fytosanitaire certificaten had afgegeven afgekeurd nadat er in de zendingen levende organismen werden aangetroffen die in China als quarantaine-organismen worden aangemerkt. Gebleken is dat de behandeling van boomstammen met sulfurylfluoride in Nederland niet voldoet, omdat de maximale in Nederland toegelaten dosering onvoldoende blijkt te zijn voor het volledig uitroeien van quarantaine-organismen. De minister geeft daarom met ingang van 1 januari 2025 geen fytosanitaire certificaten meer af voor boomstammen die behandeld zijn met sulfurylfluoride.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
6.1
Artikel 100, eerste lid, aanhef en onder c, van Verordening 2016/2031 bepaalt dat wanneer voor de uitvoer van planten, plantaardige producten of andere materialen uit het grondgebied van de Unie naar een derde land volgens de fytosanitaire invoervoorschriften van dat derde land een fytosanitair certificaat vereist is, dat certificaat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit indien onder meer is voldaan aan de voorwaarde dat de planten, plantaardige producten of andere materialen beantwoorden aan de fytosanitaire invoervoorschriften van het betrokken derde land.
6.2
Uit de brief van 29 juni 2001, nr. 202/2001, van de Algemene Administratie van de Volksrepubliek China voor kwaliteitscontrole, inspectie en quarantaine betreffende de ‘Procedures en technische vereisten voor de behandeling van rondhout tegen ongedierte in de Volksrepubliek China’ (document 202/2001) volgt dat, voor zover hier van belang, China eist dat de schadelijke organismen in het rondhout volledig vernietigd worden.
6.3
Binnen het Internationale Verdrag voor de bescherming van planten van 6 december 1951 is een standaard geformuleerd over de vereiste dosering sulfurylfluoride bij begassing van ontschorst hout met een doorsnede van maximaal 20 cm, de Internationale Norm voor Fytosanitaire maatregelen nr. 28 (ISPM28). China en Nederland zijn beide partij bij dit verdrag. Volgens tabel 1 van ISPM28 is de minimale dosering die vereist is om ontschorst hout met een doorsnede van maximaal 20 cm van quarantaine-organismen te ontdoen 3.200 gram-uren per m3 bij een temperatuur van minimaal 15°C en 1.400 gram-uren per m3 bij een temperatuur van minimaal 30°C.
6.4
Het wettelijk gebruiksvoorschrift van Profume (de merknaam van het gewasbeschermingsmiddel met sulfurylfluoride dat door de onderneming is gebruikt) staat een gebruik van maximaal 1.095 gram-uren sulfurylfluoride per m3 toe.
7 Niet in geschil is dat de onderneming op 1 juli 2025 is aangevangen met begassing van de boomstammen en dat de buitentemperatuur op die dag boven de 30°C lag. Dat betekent dat volgens ISPM28 minimaal 1.400 gram-uren sulfurylfluoride per m3 nodig was om ontschorst hout met een maximale doorsnede van 20 cm te ontdoen van quarantaine-organismen. Ook is niet in geschil dat de onderneming de maximale dosering zoals opgenomen in het wettelijk gebruiksvoorschrift van Profume – 1.095 gram-uren sulfurylfluoride per m3 – niet heeft overschreden. Dit betekent dat met de door de onderneming toegepaste behandeling niet is voldaan aan de norm van ISPM28. Daar komt bij dat in dit geval de boomstammen een grotere doorsnede hadden dan 20 cm, zodat aangenomen kan worden dat de minimaal vereiste dosering feitelijk hoger ligt dan de volgens ISPM28 geldende norm.
8.1
De voorzieningenrechter volgt niet het betoog van de onderneming dat de normen die zijn opgenomen in ISPM28 in haar geval niet van toepassing zijn en dat moet worden uitgegaan van hetgeen is vermeld in het op de website van de NVWA vermelde landenoverzicht.
8.2
Dat ISPM28 ziet op ontschorst hout terwijl in dit geval sprake is van een lading boomstammen met schors betekent, anders dan de onderneming stelt, niet dat de normen die zijn opgenomen in ISPM28 in dit geval niet van toepassing zijn. De voorzieningenrechter volgt de minister in zijn stelling dat de schors om een boomstam geen factor is die maakt dat er minder sulfurylfluoride nodig is om te bereiken dat de boomstammen vrij zijn van quarantaine-organismen. Ook de stelling van de onderneming dat ISPM28 ziet op de bestrijding van andere insecten dan de insecten die zich in dit geval mogelijk op of in de boomstammen bevinden, betekent niet dat in dit geval niet uitgegaan mag worden van de in ISPM28 opgenomen normen. De voorzieningenrechter begrijpt de ISPM28 zo dat het een standaard is voor behandeling tegen plagen van alle soorten insecten in ontschorst hout, terwijl bij het opstellen van de standaard in het bijzonder is gekeken naar enkele specifieke soorten insecten. Dat laatste betekent dus niet dat ISPM28 alleen voor die soorten insecten geldt.
8.3
Niet in geschil is dat de informatie die is opgenomen in het landenoverzicht op de website van de NVWA onvolledig is en niet overeenkomt met de normen van ISPM28. Voor zover de onderneming zich op het vertrouwensbeginsel beroept, slaagt dit beroep niet, alleen al omdat aan het eind van het document wordt gesteld dat aan de beschikbaar gestelde informatie geen rechten kunnen worden ontleend. De stelling dat de onderneming niet had kunnen weten welke normen dan wel gelden, volgt de voorzieningenrechter ook niet. Zoals namens de minister op de zitting is toegelicht, is de minister al langer met de onderneming in overleg en is in dat kader al melding gemaakt van de normen uit ISPM28. Uit de gedingstukken blijkt bovendien dat in een brief van 15 november 2024 van de minister aan de onderneming al wordt gemeld dat rekening gehouden moet worden met de internationale normen ten aanzien van het gebruik van sulfurylfluoride, waaronder ISPM28.
9 Ook het betoog van de onderneming dat uit de keuring van het KCB en het KAD blijkt dat de boomstammen na begassing volledig vrij waren van quarantaine-organismen zodat de minister gehouden was om het fytosanitair certificaat te verstrekken, slaagt niet. Het KCB heeft een administratieve controle van documenten verricht en het KAD heeft een visuele inspectie van de buitenkant van de boomstammen uitgevoerd. Met de minister is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze inspecties niet de garantie kunnen geven dat de boomstammen vrij zijn van quarantaine-organismen. Ook aan de hand van een visuele inspectie van de boomstammen kan dat oordeel niet gegeven worden, nu aan de buitenkant van een boomstam niet waargenomen kan worden of zich binnenin de boomstam (levensstadia van) quarantaine-organismen aanwezig zijn.
10 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoet de onderneming niet aan de normen van ISPM28 en daarmee niet aan de eis die is opgenomen in document 202/2001 dat de schadelijke organismen in het rondhout volledig vernietigd moeten worden. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om een voorlopige voorziening af.
11 De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van mr. A.C. van Helvoort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 september 2025.
w.g. J.H. de Wildt w.g. A.C. van Helvoort
Afschrift verzonden aan partijen op: