ECLI:NL:CBB:2025:581

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
23/1471
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Beslissing RC
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van persoonsgegevens in bestuursrechtelijke procedures

In deze zaak heeft [naam 1] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, waarin de bezwaren van [naam 1] tegen het besluit om haar hond onder officieel toezicht af te zonderen ongegrond zijn verklaard. De minister heeft een vertrouwelijke versie van een gedingstuk ingediend en verzocht om beperking van de kennisneming van dit stuk op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter-commissaris, mr. H.S.J. Albers, heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de gevraagde beperking niet gerechtvaardigd is. Hij oordeelt dat de gegevens die de minister wil afschermen, reeds uit het procesdossier blijken en dat [naam 1] deze gegevens als bekend kan worden verondersteld. De rechter-commissaris heeft de belangen van de betrokken partijen tegen elkaar afgewogen en vastgesteld dat er geen onevenredig nadeel voor de verkoper van de hond is te verwachten door het bekend raken van deze gegevens. De beslissing houdt in dat de beperking van kennisneming niet gerechtvaardigd is en dat het document teruggezonden moet worden naar de minister, die binnen twee weken een nieuwe versie van het stuk aan het College en de gemachtigde van [naam 1] moet toesturen.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1471
beslissing van de rechter-commissaris op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen

[naam 1] , te [woonplaats] , ( [naam 1] )

(gemachtigde: mr. A. Mao),
en

de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, (minister)

(gemachtigde: mr. B.M. Kleijs).

Procesverloop

[naam 1] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van 26 mei 2023, waarin de minister de bezwaren van [naam 1] tegen het besluit om haar hond onder officieel toezicht af te zonderen ongegrond heeft verklaard.
De minister heeft de vertrouwelijke versie van een gedingstuk ingezonden en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend het College kennis zal mogen nemen van dit stuk.
[naam 1] heeft geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om te reageren op de gevraagde beperking van de kennisneming van het betreffende stuk.
Het betreft delen van het volgende stuk: Rapport van Bevindingen “ [naam 2] ”.
Met toepassing van artikel 8:12 van de Awb heeft het College mr. H.S.J. Albers opgedragen om als rechter-commissaris deze beslissing te nemen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist het College of de weigering dan wel beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
2 Bij deze beslissing moet de rechter-commissaris belangen tegen elkaar afwegen. Aan de ene kant speelt hierbij het belang dat partijen beschikken over dezelfde voor het beroep relevante informatie en het belang dat het College beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Aan de andere kant kan kennisneming van bepaalde gegevens door de ene partij het belang van een of meer andere partijen onevenredig schaden, terwijl de minister er belang bij heeft ook in de toekomst de informatie, waaronder concurrentiegevoelige gegevens, aangeleverd te krijgen die hij voor een goede uitoefening van zijn taken nodig heeft.
3 Uitgangspunt is dat alle procespartijen ongehinderd toegang hebben tot alle op de zaak betrekking hebbende stukken. Onder omstandigheden kan het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer een uitzondering op dit uitgangspunt rechtvaardigen en aanleiding zijn om de kennisneming van persoonsgegevens te beperken. Dat zal voor beroepshalve betrokken personen minder snel worden aangenomen. Het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer dient per geval te worden afgewogen tegen het belang van het ontsluiten van de gegevens.
4 De rechter-commissaris heeft kennisgenomen van het door de minister als vertrouwelijk ingediende stuk. Naar het oordeel van de rechter-commissaris is de door de minister gevraagde beperking van kennisneming niet gerechtvaardigd. Het betreft gegevens die reeds uit het procesdossier blijken en die bij [naam 1] als bekend kunnen worden verondersteld of daaruit op eenvoudige wijze kunnen worden herleid, te weten naam, voornamen, geboortedatum, geboorteland, nationaliteit, woonadres, postcode en woonplaats, woongemeente en landpersoonsgegevens. Voor de rechter-commissaris valt, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet in te zien waarom het bekend raken van deze gegevens in dit geval tot een onevenredig nadeel voor de betrokken verkoper van de hond kan leiden.

Beslissing en vervolgstappen

De rechter-commissaris:
- beslist dat beperking van de kennisneming van delen van het stuk niet gerechtvaardigd is;
- bepaalt dat het document genoemd onder het vorige aandachtsstreepje wordt teruggezonden aan de minister;
- verzoekt de minister om binnen twee weken na heden (een nieuwe versie van) het stuk aan het College en aan de gemachtigde van [naam 1] toe te sturen.
Aldus genomen door mr. H.S.J. Albers, in tegenwoordigheid van mr. I.S. Post als griffier, op 9 oktober 2025. .
w.g. H.S.J. Albers w.g. I.S. Post