ECLI:NL:CBB:2025:583

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
29 oktober 2025
Zaaknummer
22/2598, 23/186, 23/188, 23/189, 23/1394 en 24/810
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005

Op 12 oktober 2025 heeft [naam] een verzoek ingediend tot wraking van mr. J.H. de Wildt, die als rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven de zaken met de nummers 22/2598, 23/186, 23/188, 23/189, 23/1394 en 24/810 behandelt. Dit verzoek werd op 22 oktober 2025 afgewezen. Vervolgens heeft [naam] op 25 oktober 2025 een nieuw verzoek om wraking ingediend. De zaken betreffen beroepen van [naam] tegen besluiten van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw) op basis van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005.

De behandeling van de zaken was gepland op 27 oktober 2025. Artikel 3, tweede lid, van de Wrakings- en verschoningsregeling bestuursrechterlijke colleges 2022 stelt dat een verzoek om wraking niet voorgelegd hoeft te worden aan de wrakingskamer als er evident geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden. In dit geval is er sprake van een volgend verzoek ten aanzien van dezelfde rechter, waarbij de gronden van het verzoek voornamelijk bestaan uit herhaalde verwijzingen naar eerdere uitspraken van mr. De Wildt en wettelijke bepalingen.

De behandelend kamer van het College heeft besloten dat het verzoek om wraking niet aan de wrakingskamer wordt voorgelegd, omdat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd. Deze beslissing is op 27 oktober 2025 telefonisch aan [naam] medegedeeld. Het College heeft derhalve besloten dat het verzoek om wraking niet in behandeling wordt genomen.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 22/2598, 23/186, 23/188, 23/189, 23/1394 en 24/810

beslissing van 27 oktober 2025 op het wrakingsverzoek van

[naam] , te [woonplaats] ( [naam] )

Procesverloop

[naam] heeft op 12 oktober 2025 een verzoek gedaan om wraking van mr. J.H. de Wildt, die als rechter van het College de zaken met nummers 22/2598, 23/186, 23/188, 23/189, 23/1394 en 24/810 behandelt. Het College heeft dit verzoek afgewezen bij beslissing van 22 oktober 2025.
Op 25 oktober 2025 heeft [naam] een volgend verzoek om wraking van mr. De Wildt ingestuurd.
Deze zaken betreffen beroepen van [naam] tegen besluiten van de Stichting Nederlandse
Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw) op grond van onder meer de Zaaizaad
en plantgoedwet 2005.

Overwegingen

1. De behandeling van de zaken die in het procesverloop zijn vermeld stond gepland op maandag 27 oktober 2025.
2 Artikel 3, tweede lid, van de Wrakings- en verschoningsregeling bestuursrechterlijke colleges 2022 bepaalt dat de behandelend kamer kan beslissen een verzoek om wraking niet voor te leggen aan de wrakingskamer indien zich evident een van de gevallen, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met f, voordoet. Het vierde lid, onderdeel e, ziet op de situatie waarin het gaat om een volgend verzoek ten aanzien van dezelfde rechter en er geen feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
3 Van deze situatie is hier sprake. De gronden van het verzoek bestaan uit (herhaalde) verwijzingen naar en beschouwingen over uitspraken, die mr. De Wildt als één van de behandelend rechters heeft gedaan, en wettelijke bepalingen. In het verzoek tot wraking van mr. De Wildt staan evident geen feiten of omstandigheden die pas na het eerdere verzoek van 12 oktober 2025 aan [naam] bekend zijn geworden.
4 De behandelend kamer van het College beslist dat het verzoek om wraking niet aan de wrakingskamer wordt voorgelegd. Deze beslissing is telefonisch medegedeeld aan [naam] op 27 oktober 2025.

Beslissing

Het College beslist dat het verzoek om wraking niet wordt voorgelegd aan de wrakingskamer en aldus niet in behandeling wordt genomen. .
w.g. mr. J.H. de Wildt w.g. mr. C.D.V. Efstratiades