ECLI:NL:CBB:2025:652

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
8 december 2025
Zaaknummer
23/1502
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Geheimhoudingsbeslissing
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van geheimhouding van gegevens in de toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen

In deze zaak heeft de Bijenstichting beroep ingesteld tegen het besluit van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) van 6 juli 2023, dat betrekking heeft op de toelating van het gewasbeschermingsmiddel Amiprid 20 SG. De toelating van dit middel liep af per 1 januari 2025, maar het Ctgb heeft het middel opnieuw toegelaten met een besluit op 9 april 2025. De Bijenstichting heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om kennisneming van bepaalde documenten die vertrouwelijke informatie bevatten. De rechter-commissaris heeft op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beslist over de beperking van de kennisneming van deze documenten. De rechter-commissaris heeft de belangen van de Bijenstichting, die kennis wil nemen van relevante informatie voor haar beroep, afgewogen tegen de belangen van de betrokken partijen om hun vertrouwelijke gegevens te beschermen. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de beperking van kennisneming gerechtvaardigd is voor bepaalde gegevens, zoals persoonsgegevens en concurrentiegevoelige informatie, maar niet voor de namen van medewerkers van het Ctgb en de toelatinghouder. De rechter-commissaris heeft de documenten teruggezonden aan het Ctgb met het verzoek om een nieuwe versie binnen een week aan te leveren.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1502
beslissing van de rechter-commissaris op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen

de Bijenstichting, te Vorden,

(gemachtigde: mr. L. Smale)
en

het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)

Procesverloop

De Bijenstichting heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het Ctgb van 6 juli 2023. Dit besluit gaat over de toelating van het gewasbeschermingsmiddel Amiprid 20 SG (Amiprid). De toelating liep af per 1 januari 2025. Met het besluit van 9 april 2025 heeft het Ctgb het middel opnieuw toegelaten. De Bijenstichting is tegen dit besluit opgekomen.
Het Ctgb heeft de vertrouwelijke versie van een aantal gedingstukken ingezonden en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend het College kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Met betrekking tot het besluit van 6 juli 2023 betreft het (delen van) de volgende stukken:
- 1 Aanvraag Amiprid 20 SG van 8 november 2022; een handtekening, een telefoonnummer, e-mailadressen en namen van medewerkers van de toelatinghouder van Amiprid;
- 6 Beoordeling vergelijkbaarheid middel van 15 december 2022; namen van medewerkers van het Ctgb, namen en adresgegevens van fabrikanten van het middel dat in Roemenië is toegelaten (Mospilan), van het referentiemiddel (Gazelle) en van de werkzame stof, en informatie over de hulpformuleringsstoffen;
- 8 Ontvangstbevestiging aanvullend bezwaar van 7 april 2023: bevat dezelfde informatie als 1 en 6;
- 16 Answer Netherlands Mospilan 20 SG van 12 december 2022; de naam van een medewerker van het Ctgb, de naam van de medewerker van de Roemeense autoriteit voor plantgezondheid, namen en adresgegevens van fabrikanten van het middel dat in Roemenië is toegelaten (Mospilan) en van de werkzame stof, en informatie over de hulpformuleringsstoffen;
- 17 Beoordeling vergelijkbaarheid middel van 15 december 2022; bevat dezelfde informatie als 6.
Met betrekking tot het besluit van 9 april 2025 betreft het (delen van) de volgende stukken:
- 1 a Aanvraag Amiprid 20 SG van 15 januari 2025; een handtekening, een telefoonnummer, e-mailadressen en namen van medewerkers van de toelatinghouder van Amiprid 20 SG;
- 1 g Answer Netherlands Mospilan 20 SG van 26 februari 2025; namen van medewerkers van het Ctgb, de naam en handtekening van de medewerker van de Roemeense autoriteit voor plantgezondheid, namen en adresgegevens van fabrikanten van het middel dat in Roemenië is toegelaten (Mospilan) en van de werkzame stof, en gegevens over de hulpformuleringsstoffen;
- 1 h Beoordeling vergelijkbaarheid van het middel van 27 maart 2025; namen of initialen van medewerkers van het Ctgb, namen en adresgegevens van fabrikanten van het middel dat in Roemenië is toegelaten (Mospilan), van het referentiemiddel (Gazelle) en van de werkzame stof, en informatie over de hulpformuleringsstoffen; nummers;
- 1 i sjabloon samenstelling en etikettering bestrijdingsmiddelen over Gazelle; initialen van medewerkers van de Ctgb en gegevens over de hulpformuleringsstof
- 1 j Draft Registration Report Part C over Acetamiprid, naam en adresgegevens van de fabrikant van Acetamiprid en van de hulpformuleringsstoffen, de naam, telefoonnummer en e-mailadres van een medewerker van de fabrikant van Acetamiprid, gegevens over de hulpformuleringsstoffen en een stroomschema van de fabricage van Acetamiprid.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist het College of de weigering dan wel beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is. Met toepassing van artikel 8:12 van de Awb heeft het College een rechter-commissaris opgedragen deze beslissing te nemen.
2 Bij deze beslissing moet de rechter-commissaris belangen tegen elkaar afwegen. Aan de ene kant speelt hierbij het belang dat partijen beschikken over dezelfde voor het beroep relevante informatie en het belang dat het College beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Aan de andere kant kan kennisneming van bepaalde gegevens door de ene partij het belang van een of meer andere partijen onevenredig schaden, terwijl de Bijenstichting er belang bij heeft ook in de toekomst de informatie, waaronder concurrentiegevoelige gegevens, aangeleverd te krijgen die zij voor een goede uitoefening van haar taken nodig heeft. Onder concurrentiegevoelige bedrijfsgegevens vallen ook gegevens die, hoewel zelf niet als bedrijfsgegevens aan te merken, niettemin inzicht kunnen bieden in de door betrokkenen voorgestane (markt)strategie.
Motivering Ctgb
3.1
Het Ctgb legt aan de verzoeken tot beperking van de kennisneming van alle stukken ten grondslag dat openbaarmaking van namen van ambtenaren of werknemers die aan gevoelige dossiers hebben gewerkt, kan leiden tot misbruik, zoals rechtstreeks mailcontact en publieke beschuldigingen. Het risico op een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is ook nu reëel omdat dergelijke middelen nog steeds onderwerp zijn van een publiek debat en juridische procedures.
3.2
In de stukken 6, 8, 16, 17, 1g, 1h, 1i en 1j staan concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens. Dit zijn gegevens die uit hoofde van de gewasbeschermingsverordening [1] door de aanvrager in vertrouwen met de overheid zijn gedeeld. Het gaat om gegevens waaruit informatie kan worden afgelezen of afgeleid over de technische bedrijfsvoering, het productieproces en de samenstelling van middelen. In artikel 63, tweede lid, aanhef en onder a, van gewasbeschermingsverordening in samenhang met artikel 39, tweede lid, aanhef en onder a, b en c, van Verordening 178/2002 heeft de wetgever expliciet bepaald welke gegevens vertrouwelijk kunnen worden behandeld. In de betreffende documenten staan gegevens die niet onder emissiegegevens vallen en vertrouwelijk gehouden kunnen worden als aannemelijk is dat commerciële banden geschaad kunnen worden bij openbaarmaking. Het gaat om commerciële namen en functies van co-formulanten, gegevens over de producten van co-formulanten en informatie over productieprocessen. Het kenbaar maken van deze informatie zou inzicht geven in productieprocessen, commerciële banden en bedrijfsstrategieën die de toelatinghouder op commercieel vlak aanzienlijk zou kunnen benadelen. De gegevens over de samenstelling van het middel zijn afkomstig van de toelatinghouder van het middel in Roemenië. De samenstelling van een middel moet worden gezien als blauwdruk van een product. Met deze gegevens kan een concurrent het middel namaken.
Reactie Bijenstichting
4.1
Behalve wat betreft handtekeningen, is de Bijenstichting het niet eens met het verzoek om beperkte kennisneming. Volgens de Bijenstichting is een enkele, niet onderbouwde bewering over een algemeen risico van misbruik onvoldoende om het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken medewerkers zwaarder te laten wegen dan het belang van de Bijenstichting bij kennisneming van de op de zaak betrekking hebbende stukken. Het gaat hier niet om namen en gegevens bij studies van gewervelde dieren, waar het publieke debat verhitter is dan bij bijen.
4.2
De enkele algemene stelling dat het concurrentiegevoelige informatie betreft, het middel makkelijk is na te maken, het om de samenstelling van het middel en het over de commerciële banden tussen de producent/importeur en de aanvrager gaat, is daarvoor onvoldoende. De Bijenstichting moet mede aan de hand van de samenstelling van het middel in staat worden gesteld om na te gaan of het milieubelang zich tegen een parallelle toelating van Amiprid 20 SG verzet. Vanuit het oogpunt van rechtsbescherming en het om niet het nuttig effect van het derde lid van artikel 63 in samenhang met de Milieuinformatierichtlijn te ontnemen, is geheimhouding niet gerechtvaardigd. In deze procedure gaat het tevens om de vraag of Amiprid 20 SG dezelfde oorsprong heeft als Gazelle, in die zin dat het volgens dezelfde formule is vervaardigd door dezelfde onderneming, een daarmee gelieerde onderneming of een onderneming die onder licentie werkt. De commerciële banden tussen producent en de productielocaties zijn dan ook wezenlijk om in deze beroepsprocedure kennis van te nemen.
Beslissing rechter-commissaris
Persoonsgegevens
5.1
In de stukken 1, 6, 8, 16, 17, 1a, 1g, 1h en 1i staan persoonsgegevens (namen, een telefoonnummer, een e-mailadres en handtekeningen) van medewerkers van het Ctgb, de toelatinghouder van Amiprid en de Roemeense autoriteit voor plantgezondheid. Het College is van oordeel dat de motivering van het Ctgb niet toereikend is om beperking van de kennisneming van de namen van medewerkers van het Ctgb, de toelatinghouder en de Roemeense autoriteit voor plantgezondheid te rechtvaardigen. Het Ctgb heeft niet uitgelegd in welk opzicht kennisneming van deze gegevens de belangen van deze personen concreet en daadwerkelijk zou kunnen aantasten. Een enkele, niet onderbouwde bewering over een algemeen risico van misbruik is onvoldoende om het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken medewerkers zwaarder te laten wegen dan het belang van de Bijenstichting bij kennisneming van de op de zaak betrekking hebbende stukken. De rechter-commissaris oordeelt dat het verzoek om beperkte kennisneming wordt afgewezen voor zover het gaat om de namen in deze stukken.
5.2
De rechter-commissaris is van oordeel dat de Bijenstichting geen wezenlijk belang heeft bij de kennisname van het e-mailadres en telefoonnummer van een medewerker van de toelatinghouder. De rechter-commissaris wijst het verzoek om beperkte kennisneming voor deze gegevens toe. Ook wijst de rechter-commissaris het verzoek toe voor zover het gaat om handtekeningen waarbij hij in aanmerking neemt dat de Bijenstichting zich daartegen niet heeft verzet.
Gegevens fabrikanten en samenstelling middel
6.1
De stukken 6, 8, 16, 17, 1g, 1h, 1i en 1j bevatten over informatie over de samenstelling van het referentiemiddel (Gazelle) en namen en adressen van fabrikanten van de werkzame stof Acetamiprid, van de hulpformuleringsstoffen en van de gewasbeschermingsmiddelen. Deze stukken bevatten bedrijfsvertrouwelijke gegevens of gegevens waaruit (een deel van) de marktstrategie van betrokkenen zou kunnen worden afgeleid, voor zover al niet zonder meer sprake is van concurrentiegevoelige gegevens. Deze gegevens moeten vertrouwelijk blijven, omdat openbaarmaking van deze informatie tot een onevenredig nadeel voor de verstrekker van de gegevens zal kunnen leiden, terwijl kennisneming van deze informatie door de partij die er niet over beschikt niet noodzakelijk is om haar belangen naar behoren te kunnen bepleiten. Dat de Bijenstichting, zoals zij stelt, informatie over de samenstelling van het middel nodig heeft om na te gaan of het milieubelang zich tegen een parallelle toelating verzet is een aspect dat nauw samenhangt met de beoordeling van de beroepsgronden. Eén van de beroepsgronden van de Bijenstichting behelst namelijk de stelling dat het Ctgb een te beperkte uitleg heeft gegeven aan artikel 52, derde lid, aanhef en onder c, van de gewasbeschermingsverordening, door geen milieubeoordeling uit te voeren. De stelling van de Bijenstichting dat zij op de hoogte moet zijn van de commerciële banden tussen de producenten en van de productielocaties, zodat zij kan nagaan of Amiprid dezelfde oorsprong heeft als Gazelle, vergt een uitleg van artikel 52 van gewasbeschermingsverordening. Mede met het oog op de beroepsgrond dat het Ctgb ten onrechte geen milieubeoordeling heeft uitgevoerd lijkt de uitleg van artikel 52 van gewasbeschermingsverordening voorwerp van de behandeling van het beroep. De beoordeling van de gronden is aan de behandelend kamer. Op die behandeling kan de rechter-commissaris niet vooruitlopen. De rechter-commissaris merkt daarbij op dat de behandelend kamer alsnog kan beslissen dat de beperkte kennisneming niet is gerechtvaardigd.
6.2
In 1j staan persoonsgegevens van een medewerker van de fabrikant van Acetamiprid. Omdat met deze gegevens de fabrikant achterhaald zou kunnen worden en de rechter-commissaris hierover oordeelt dat de gevraagde beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, oordeelt de rechter-commissaris over de persoonsgegevens op gelijke wijze dat de beperkte kennisneming gerechtvaardigd is.
Nummers
7 In stuk 1h staan twee nummers. Het Ctgb heeft niet gemotiveerd waarom deze nummers bedrijfsvertrouwelijke informatie bevatten. Het verzoek om beperking van de kennisneming wordt daarom voor deze informatie afgewezen.
Conclusie
8 De rechter-commissaris oordeelt dat de beperkte kennisneming gerechtvaardigd is voor de gegevens in de stukken genoemd in 5.2, 6.1 en 6.2. De beperkte kennisneming is niet gerechtvaardigd voor de gegevens in de stukken genoemd in 5.1 en 7. Het College kan alleen met toestemming van de andere partijen mede op de grondslag van die stukken uitspraak doen. De Bijenstichting heeft op de regiezitting van 25 augustus 2025 al ingestemd dat mr. J.H. de Wildt, die lid is van de meervoudige kamer die het beroep zal behandelen op 11 december 2025, ook als rechter-commissaris zal oordelen over de verzoeken om beperkte kennisneming en dat zij ongeacht de uitkomst van de beslissing er geen bezwaar tegen heeft dat de rechter-commissaris deel blijft uitmaken van de behandelend kamer. De Bijenstichting heeft dus bij voorbaat al toestemming gegeven.
9 De rechter-commissaris stuurt alle stukken, behalve 1j, terug aan het Ctgb. Het Ctgb is verplicht deze stukken in te sturen en dient een week na de verzending van deze beslissing een nieuwe versie van deze stukken aan het College en de Bijenstichting te sturen. Stuurt het Ctgb een of meer stukken niet in, dan kan het College daaruit de gevolgtrekkingen maken die hem geraden voorkomen.

Beslissing en vervolgstappen

De rechter-commissaris:
- beslist dat de gevraagde beperking van de kennisneming van de stukken 1, 6, 8, 16, 17, 1a, 1g, 1h, 1i en 1j gerechtvaardigd is, voor zover het gaat om de gegevens van fabrikanten, de samenstelling van Gazelle, de persoonsgegevens van een medewerker van een fabrikant van Acetamiprid, een e-mailadres en telefoonnummer van een medewerker van de toelatinghouder van Amiprid, en handtekeningen;
- beslist dat beperking van de kennisneming van de stukken 1, 6, 8, 16, 17, 1a, 1g, 1h en 1i niet gerechtvaardigd is voor zover het gaat om namen van medewerkers van het Ctgb, van de toelatinghouder van Amiprid en van de Roemeense autoriteit voor plantgezondheid, en voor zover het gaat om nummers;
- bepaalt dat de documenten genoemd onder het vorige aandachtsstreepje worden teruggezonden aan het Ctgb;
- verzoekt het Ctgb binnen een week na heden een nieuwe versie van de stukken 1, 6, 8, 16, 17, 1a, 1g, 1h en 1i aan het College en aan de Bijenstichting toe te sturen.
Aldus genomen door mr. J.H. de Wildt, in tegenwoordigheid van mr. C.D.V. Efstratiades als griffier, op 11 november 2025. .
w.g. J.H. de Wildt w.g. C.D.V. Efstratiades

Voetnoten

1.Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.