Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
KNMT e.a.)
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 december 2025, met zaaknummers 25/627 en 25/632, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld met betrekking tot de tariefbeschikkingen voor orthodontische en tandheelkundige zorg voor het jaar 2026. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) had op 2 juli 2025 nieuwe tarieven vastgesteld, die een daling van gemiddeld 11,18% voor orthodontische zorg en 1,12% voor tandheelkundige zorg met zich meebrachten. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT) en andere betrokken partijen hebben bezwaar gemaakt tegen deze tarieven en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening zijn dat de tarieven de redelijke kosten van zorg niet dekken en de totstandkoming gebrekkig is. De voorzieningenrechter heeft de zitting op 2 oktober 2025 geschorst in afwachting van een uitspraak over de tarieven voor huisartsenzorg, die op 18 november 2025 werd gedaan. Na een nadere zitting op 10 december 2025, waarin partijen hun standpunten verder toelichtten, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is om de tariefbeschikkingen te schorsen. De voorzieningenrechter concludeert dat de NZa voldoende gemotiveerd heeft waarom de tarieven zijn vastgesteld zoals ze zijn, en dat de KNMT e.a. niet aannemelijk hebben gemaakt dat de tarieven niet kostendekkend zijn voor de zorg. De verzoeken om voorlopige voorzieningen zijn afgewezen, en de NZa hoeft geen proceskosten te betalen.