ECLI:NL:CRVB:1987:AM9383
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van der Meer
- J. de Vries
- M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens opheffing dienstverband van een consulent anderstaligen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van eiser tegen de beslissing van gedaagde om hem eervol ontslag te verlenen wegens de opheffing van zijn dienstverband als consulent anderstaligen. Eiser had op 23 december 1983 een mededeling ontvangen van gedaagde dat zijn betrekking per 1 april 1984 zou worden opgeheven. Eiser had eerder beroep ingesteld tegen deze beslissing, maar dit was ongegrond verklaard door het Ambtenarengerecht te Utrecht op 18 juni 1985. Eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, die de zaak op 5 februari 1987 heeft behandeld. Eiser was aanwezig, bijgestaan door een medewerkster van de Algemene bond van onderwijzend personeel, terwijl gedaagde werd vertegenwoordigd door een medewerker van het Centraal Adviesbureau voor Publiek Recht en Administratie BV.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de opheffing van eisers betrekking gerechtvaardigd was. De Raad concludeerde dat, hoewel de werkzaamheden voor anderstalige leerlingen deels zijn voortgezet, de functie van eiser als consulent feitelijk was opgeheven. De Raad verwierp ook de stelling van eisers gemachtigde dat gedaagde niet in redelijkheid had kunnen besluiten tot ontslag, en stelde vast dat gedaagde voldoende had aangetoond dat eiser niet voldeed aan de aanstellingsnormen voor reguliere schoolbegeleiders. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van het Ambtenarengerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond.