ECLI:NL:CRVB:1994:ZB3011
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.C. Cusell
- C.G.L. Plomp
- E. Heemsbergen
- M.M. van Maurik
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering met terugwerkende kracht en schending van rechtszekerheid
In deze zaak gaat het om de weigering van de Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging om aan eiseres, die een uitkering op basis van de WAO en AAW aanvroeg, met terugwerkende kracht een uitkering toe te kennen. De weigering is gebaseerd op het oordeel dat eiseres op de datum van haar laatste verzekering al volledig arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat deze beslissing in strijd is met het beginsel van rechtszekerheid, omdat de intrekking van de uitkering met terugwerkende kracht niet voldoende is onderbouwd. De Raad stelt vast dat er onvoldoende bewijs is dat eiseres op het moment van haar laatste verzekering al volledig arbeidsongeschikt was. De Raad wijst erop dat er geen arbeidskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en dat de medische gegevens niet voldoende zijn om de arbeidsongeschiktheid vast te stellen. De Raad vernietigt de bestreden beslissing en veroordeelt de gedaagde in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op f 1.420,-. Tevens dient gedaagde het door eiseres gestorte griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 15 juni 1994.