ECLI:NL:CRVB:1994:ZB5046
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Boesjes
- P.H. Schippers
- H.A.A.G. Vermeulen
- Ch. de Vrey
- Rechtspraak.nl
Ontslag op verzoek en intrekking van ontslagverzoek in bestuursrechtelijke context
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van eiser A. tegen de burgemeester van de gemeente Schiedam. Eiser had op 15 februari 1991 ontslag aangevraagd, maar trok dit verzoek op 21 februari 1991 weer in. Desondanks verleende de burgemeester op 13 maart 1991 eervol ontslag aan eiser, met ingang van 1 maart 1992. De Arrondissementsrechtbank te Rotterdam verklaarde het ontslagbesluit nietig en de nietigheid voor gedekt. Eiser ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat wanneer een verzoek om ontslag wordt ingetrokken en deze intrekking vóór het ontslagbesluit kenbaar wordt gemaakt, de grondslag voor het ontslag komt te vervallen. De Raad stelt dat het niet aan de rechter is om een ontslag op verzoek om te zetten in een ontslag wegens ongeschiktheid. De Raad oordeelt dat de gedektverklaring van het ontslag niet in stand kan blijven, omdat dit de grenzen van de rechterlijke mogelijkheden miskent. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het ontslagbesluit alsnog nietig.
De Raad oordeelt verder dat gedaagde, de gemeente Schiedam, in de proceskosten van eiser moet worden veroordeeld, die zijn kosten voor rechtsbijstand en andere kosten op een totaal van ƒ 2872,42 heeft begroot. De betaling van deze kosten dient te worden gedaan aan de griffier van de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak is gedaan op 27 januari 1994.