ECLI:NL:CRVB:1995:ZB3311
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- S. Breuls
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht personeel ambassades in Nederland en de toepassing van diplomatieke voorrechten en immuniteiten
In deze zaak gaat het om de verzekeringsplicht van eiseres, een Marokkaanse secretaresse werkzaam bij de Tunesische Ambassade in Nederland, in het kader van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, die de beslissingen van de Sociale Verzekeringsbank om eiseres geen kinderbijslag toe te kennen en haar niet als verplicht verzekerde aan te merken, heeft bekrachtigd. De Raad oordeelt dat eiseres op grond van de Koninklijke Besluiten KB 557 en KB 164 terecht is uitgesloten van de verzekeringsplicht, omdat zij als niet-Nederlander en als personeel van een diplomatieke zending niet onder de volksverzekeringen valt. De Raad wijst erop dat de nationale wetgeving in overeenstemming is met het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, dat bepaalt dat leden van het administratieve en technische personeel van een diplomatieke zending, die geen onderdaan zijn van de ontvangende staat, voorrechten en immuniteiten genieten. De Raad concludeert dat de beslissingen van de Sociale Verzekeringsbank in rechte stand kunnen houden, en dat er geen grond is om de nationale bepalingen buiten toepassing te laten op basis van strijd met het verdrag. De uitspraak bevestigt de uitsluiting van eiseres van de verzekeringsplicht en de rechtmatigheid van de genomen beslissingen door de gedaagde.