ECLI:NL:CRVB:1997:ZB6671
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- R.E. Lysen
- M.A. Hoogeveen
- Chr. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de motivering van een besluit tot intrekking van ziekengeld op basis van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de intrekking van het ziekengeld van appellante, die zich arbeidsongeschikt had gemeld. Het bestuursorgaan, de Bedrijfsvereniging voor Detailhandel, Ambachten en Huisvrouwen, heeft op 15 augustus 1995 aan appellante meegedeeld dat zij per 4 september 1995 geen recht meer had op ziekengeld, omdat zij niet meer arbeidsongeschikt werd geacht. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak in hoger beroep behandeld, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. M.J.M. Postma. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet voldeed aan de motiveringsvereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad stelde vast dat het bestuursorgaan had nagelaten een deugdelijke motivering te geven voor de intrekking van het ziekengeld, ondanks dat appellante op het spreekuur had aangegeven dat zij het eens was met de conclusie van de verzekeringsgeneeskundige. De Raad oordeelde dat de motivering van het besluit niet voldeed aan de eisen van artikel 4:17 van de Awb, omdat het niet duidelijk was voor welke arbeid appellante geschikt werd geacht. De Raad vernietigde het bestreden besluit en veroordeelde het bestuursorgaan in de proceskosten van appellante, die in totaal op f 2.880,81 werden begroot. Tevens werd bepaald dat het door appellante gestorte griffierecht door het bestuursorgaan diende te worden vergoed.