ECLI:NL:CRVB:1997:ZB6882
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Beëindiging bijstandsuitkering op basis van vermogen in de vorm van een auto
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de bijstandsuitkering van appellanten A. en C. op basis van het bezit van een Mercedes Benz, waarvan de waarde werd geschat op ongeveer fl. 90.000. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 mei 1997 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van de Commissie Sociale Zekerheidsgeschillen van de provincie Gelderland. De appellanten ontvingen vanaf januari 1992 een uitkering op grond van de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers (RWW). De uitkering werd beëindigd omdat de sociale recherche had vastgesteld dat appellanten over een auto beschikten die het vrij te laten vermogen overschreed. De Raad heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld, waaronder de eigendom van de Mercedes Benz, die geregistreerd stond op naam van een BV, maar waarvan appellanten stelden dat deze toebehoorde aan de vader van appellant C. De Raad concludeerde dat de auto deel uitmaakte van het vermogen van appellanten, omdat zij feitelijk de beschikking hadden over de auto en niet voldoende bewijs hadden geleverd dat de auto niet aan hen toebehoorde. De Raad oordeelde dat de beëindiging van de bijstandsuitkering terecht was en verklaarde de beroepen ongegrond.