ECLI:NL:CRVB:1998:AA8796
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.G. Treffers
- R.C. Schoemaker
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake terugvordering uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak gaat het om een beroep van eiser A, wonende in de Verenigde Staten, tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Het besluit betreft de terugvordering van een te veel uitgekeerd bedrag van f 9.015,15 op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). Eiser ontving sinds maart 1994 weer een pensioen, maar heeft dit niet gemeld op het WUV-inlichtingenformulier 1994, waar hij ten onrechte 'nee' heeft geantwoord op de vraag of hij in 1994 een pensioen of andere inkomsten ontving. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 9 april 1998, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerster vertegenwoordigd was door J.A. Groeneveld.
De Raad overweegt dat de terugvordering van het teveel uitgekeerde bedrag terecht is, omdat eiser zijn verplichtingen niet is nagekomen. De Raad stelt vast dat de onjuistheid van de eerdere beslissing aan de grove nalatigheid van eiser is te wijten. Eiser had de verplichting om wijzigingen in zijn financiële situatie tijdig te melden aan de Pensioen- en Uitkeringsraad. De Raad oordeelt dat de handelwijze van verweerster, die de terugvordering heeft doorgezet, in overeenstemming is met de wetgeving en de jurisprudentie. Eiser heeft geen gegronde redenen aangevoerd om de terugvordering te betwisten.
De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het besluit van de verweerster. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Treffers als voorzitter en mr. R.C. Schoemaker en mr. G.L.M.J. Stevens als leden, in aanwezigheid van J.P. Schieveen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 mei 1998.