ECLI:NL:CRVB:1998:ZB7712
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- H.J. Grendel
- F.P. Zwart
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vergoeding griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Sociale Verzekeringsbank tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. De rechtbank had bepaald dat de Sociale Verzekeringsbank het griffierecht aan de gedaagde, A. wonende te B., Marokko, moest vergoeden, omdat de bank de indieningstermijnen voor gedingstukken had geschonden. De Sociale Verzekeringsbank was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, enkel met betrekking tot de vergoeding van het griffierecht. Tijdens de zitting op 20 mei 1998 zijn partijen niet verschenen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank onterecht had bepaald dat de Sociale Verzekeringsbank het griffierecht moest vergoeden. De Raad oordeelde dat er geen causaal verband was tussen de late indiening van stukken door de bank en het instellen van het beroep door de gedaagde. Bovendien was er geen sprake van een verslechtering van de procespositie van de gedaagde door de schending van de indieningstermijnen. Daarom heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover het de vergoeding van het griffierecht betreft.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 1 juli 1998, waarbij de Raad de aangevallen uitspraak heeft vernietigd en de kosten voor het griffierecht niet aan de Sociale Verzekeringsbank heeft opgelegd. De zaak benadrukt het belang van het volgen van de wettelijke termijnen in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het niet naleven daarvan voor de proceskosten.