ECLI:NL:CRVB:1999:AA4804
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- A.W.M. van Bommel
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtspositie van een gerechtsauditeur in het kader van een bezwaarprocedure
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres, een gerechtsauditeur, en de Minister van Justitie en de President van de Arrondissementsrechtbank te Roermond over een beoordeling die door de President is vastgesteld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beoordeling die haar functioneren in de strafsector als onvoldoende had gekwalificeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft de bevoegdheid van de Minister van Justitie om op het bezwaar te beslissen betwist en geconcludeerd dat de President van de rechtbank bevoegd was om de beoordeling vast te stellen. De Raad oordeelt dat de Minister van Justitie niet als bevoegd gezag kan worden aangemerkt voor het nemen van besluiten op bezwaar van gerechtsauditeurs, gezien de bijzondere staatsrechtelijke positie van rechterlijke ambtenaren. De Raad vernietigt het besluit van de Minister van Justitie en verklaart het beroep van eiseres tegen het besluit van de President ongegrond. De Raad oordeelt dat de beoordeling op voldoende gronden is gebaseerd en dat de eisen die aan eiseres zijn gesteld niet onredelijk zijn. Eiseres wordt in de proceskosten van het geding vergoed.