ECLI:NL:CRVB:1999:AA8689
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- F.P. Zwart
- T.L. de Vries
- S. Breuls
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderbijslag en terugvordering door de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A te B (Marokko) tegen de Sociale Verzekeringsbank. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak die voortvloeit uit eerdere uitspraken van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. De rechtbank had op 27 februari 1997 het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van de Sociale Verzekeringsbank vernietigd, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen daarvan ten dele in stand blijven. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de weigering van kinderbijslag over het vierde kwartaal van 1994 en het eerste kwartaal van 1995, waarbij de Sociale Verzekeringsbank had geoordeeld dat appellant niet voldeed aan de onderhoudsvereisten voor zijn dochter C. De Raad overweegt dat de rechtbank de weigering van kinderbijslag over het vierde kwartaal van 1994 op ondeugdelijke gronden had vernietigd, maar dat de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank om de kinderbijslag over het eerste kwartaal van 1995 terug te vorderen wel degelijk rechtmatig was. De Raad vernietigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant ongegrond, zowel voor de terugvordering als voor de weigering van kinderbijslag. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 7 april 1999.