ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8679
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- F.P. Zwart
- T.L. de Vries
- J.J.B. van der Putten
- Rechtspraak.nl
Toekenning en korting op AOW-pensioen voor zeevarende met buitenlandse nationaliteit
In deze zaak gaat het om de toekenning van een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) aan appellant, die als zeevarende heeft gewerkt. De Sociale Verzekeringsbank heeft aan appellant met ingang van 1 november 1995 een AOW-pensioen toegekend ter hoogte van 78% van het volledige pensioen voor een gehuwde met een partner jonger dan 65 jaar. Echter, bij een later besluit op 21 november 1996 werd het bezwaar van appellant tegen de hoogte van het pensioen ongegrond verklaard, omdat er een korting van 22% was toegepast. Deze korting was gebaseerd op het feit dat appellant niet verzekerd werd geacht voor de AOW in bepaalde periodes, namelijk van 1 januari 1957 tot 1 juni 1968 en van 9 september 1970 tot en met 11 maart 1971.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 2 februari 2000, waarbij appellant in persoon aanwezig was en de Sociale Verzekeringsbank werd vertegenwoordigd door mr. G.E. Eind. Appellant, geboren in 1930 op Kaapverdië, had tot 1980 de Portugese nationaliteit en is daarna Kaapverdisch en thans Nederlands staatsburger. Hij heeft aangevoerd dat er tussen 1957 en 1968 premies voor de AOW op zijn loon zijn ingehouden, maar de Raad heeft geoordeeld dat hij in die periode niet verzekerd was voor de AOW, omdat hij als buitenlandse zeevarende aan boord van een schip woonde.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant tot 1980 aan boord van de schepen waarop hij werkte woonde en dat hij in de relevante periodes niet in Nederland woonde of werkte. De Raad heeft ook opgemerkt dat er geen bewijs is dat er vóór 1 juni 1968 premies voor de AOW zijn ingehouden op het salaris van appellant. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam bevestigd en geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. N.J. Haverkamp als voorzitter en mr. F.P. Zwart en mr. T.L. de Vries als leden, met J.J.B. van der Putten als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 1 maart 2000.