ECLI:NL:CRVB:2002:AE3221
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- W.D.M. van Diepenbeek
- G.L.M.J. Stevens
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 31 december 1998 is genomen. Dit besluit betreft de uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiseres heeft betoogd dat het onbillijk is dat de eerder ontvangen Social Security uitkering niet in netto wordt verrekend met haar periodieke uitkering. De zitting vond plaats op 28 februari 2002, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar verweerster vertegenwoordigd was door C.J. van der Zaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden. De Raad heeft geoordeeld dat de inkomsten, zoals bedoeld in artikel 19 van de Wet, bruto op de periodieke uitkering in mindering moeten worden gebracht. Eiseres ontving een nabetaling uit de USA, maar de Raad heeft geen aanleiding gevonden om het beleid van verweerster, dat geen terugwerkende kracht verleent aan de nabetaling, te toetsen. De Raad heeft geconcludeerd dat verweerster in redelijkheid heeft kunnen besluiten om dit beleid niet ook voor in het verleden ontvangen uitkeringen toe te passen.
De uitspraak van de Raad is op 11 april 2002 gedaan, waarbij het beroep van eiseres ongegrond is verklaard. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de Raad bij het toetsen van beleid dat afwijkt van de Wet, vooral wanneer dit beleid bedoeld is om onredelijke gevolgen te voorkomen.