ECLI:NL:CRVB:2002:AF9074
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.D.M. van Diepenbeek
- G.L.M.J. Stevens
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad inzake vergoeding van kosten van sociaal vervoer
In deze zaak gaat het om een beroep van eiser tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij eiser een vergoeding voor kosten van sociaal vervoer is geweigerd. Eiser, geboren in 1942, heeft in het verleden een periodieke uitkering ontvangen op basis van zijn status als vervolgde. In 2000 heeft de verweerster, na bezwaar, een vergoeding van f 250,-- per maand toegekend voor sociaal vervoer, maar eiser heeft hiertegen beroep ingesteld omdat hij meent dat er een medische noodzaak is voor een hogere vergoeding. Eiser heeft medische rapporten overgelegd waaruit blijkt dat hij lijdt aan een paniekstoornis, waardoor hij niet in staat is om gebruik te maken van het openbaar vervoer. De Raad heeft vastgesteld dat de verweerster in haar besluit niet voldoende rekening heeft gehouden met de medische adviezen van haar eigen geneeskundig adviseurs en het rapport van prof. dr. Richartz. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven, omdat de motivering niet draagkrachtig is en in strijd is met artikel 20 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De Raad heeft de verweerster veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op € 677,48.