ECLI:NL:CRVB:2003:AH9142
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de privaatrechtelijke dienstbetrekking van een werknemer in het kader van sociale werknemersverzekeringen
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 18 juni 2003, staat de vraag centraal of de werkzaamheden van een werknemer in een privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn verricht. De betrokken werknemer, werkzaam voor een drukkerij, voerde van mei 1994 tot februari 1998 een klachtendienst uit voor het verspreiden van bijlagen bij de zaterdagkrant van de Telegraaf. De appellante, een drukkerij, betwistte de aanwezigheid van een gezagsverhouding en de verplichting tot persoonlijke dienstverrichting, terwijl de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zich op het standpunt stelde dat deze elementen wel aanwezig waren.
De Raad overweegt dat er naast de verplichting tot loonbetaling ook sprake moet zijn van een gezagsverhouding en een verplichting tot persoonlijke dienstverrichting om te kunnen spreken van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De Raad concludeert dat de werknemer, die gedurende een lange periode en in een vast arbeidspatroon werkte, onder het gezag van de appellante viel. Dit werd onderbouwd door het feit dat de werkzaamheden in het werkrooster van de onderneming waren opgenomen en dat de appellante aanwijzingen kon geven.
Daarnaast oordeelt de Raad dat de werknemer in de meeste gevallen persoonlijk zijn werkzaamheden heeft verricht, met slechts incidentele vervangingen door collega's. Dit wijst erop dat er geen ruimte was voor vervanging door een willekeurige derde, wat de verplichting tot persoonlijke dienstverrichting bevestigt. De Raad bevestigt daarmee de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de gedaagde terecht verzekeringsplicht heeft aangenomen voor de werkzaamheden van de werknemer.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept het belang van de elementen gezagsverhouding en persoonlijke dienstverrichting in het kader van sociale werknemersverzekeringen. De Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.