ECLI:NL:CRVB:2003:AM2580
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- R.E. Lysen
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht en premiecorrecties voor werknemer over de jaren 1994-1997
In deze zaak staat de verzekeringsplicht van een werknemer over de jaren 1994 tot 1997 centraal, evenals de daaruit voortvloeiende premiecorrecties en boetenota's die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zijn opgelegd. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van een V.O.F. tegen de besluiten van het Uwv, waarbij de Raad van bestuur van het Uwv in dit geding de plaats inneemt van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002.
De zitting vond plaats op 24 september 2003, waar de appellante werd vertegenwoordigd door R.A. van Leeuwen en haar gemachtigde mr. W.P.J.M. van Gestel. De gedaagde partij, het Uwv, werd vertegenwoordigd door mr. L.M. Kos. De Raad oordeelt dat het onderzoek van het Uwv, dat gebaseerd was op een beperkte steekproef en niet-representatieve gegevens, onvoldoende was om de verzekeringsplicht van de werknemer te onderbouwen. De Raad concludeert dat de besluiten van het Uwv, die de premiecorrecties en boetenota's handhaafden, niet in stand kunnen blijven.
De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en het bestreden besluit, verklaart het beroep van de appellante gegrond en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van de appellante, die zijn begroot op € 644. Tevens dient het Uwv het door de appellante betaalde griffierecht van € 510,50 te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en representatieve onderzoeksaanpak door het Uwv bij het vaststellen van de verzekeringsplicht van werknemers.