ECLI:NL:CRVB:2003:AN7559
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaar en verschoonbare termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft eiser, handelend onder de naam [Naam B.V.], beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) waarin hij niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn bezwaar. Dit bezwaar was te laat ingediend, en eiser beriep zich op een overmachtssituatie, namelijk het zwangerschapsverlof van zijn administratrice. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 24 september 2003, waarbij eiser in persoon verscheen en de verweerder vertegenwoordigd werd door R.J.L. van Wijk.
De Raad heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van eiser, gedateerd op 24 januari 2003, ruimschoots te laat was ingediend. De Raad oordeelde dat de door eiser aangevoerde redenen voor de termijnoverschrijding niet voldoende waren om te spreken van een verschoonbare termijnoverschrijding. De Raad benadrukte dat de argumenten van eiser in de risicosfeer van eiser lagen en dat hij zelf tijdig maatregelen had kunnen treffen om zijn belangen te waarborgen.
Uiteindelijk heeft de Raad het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat er geen aanleiding was om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door mr. B.J. van der Net, in tegenwoordigheid van griffier R.E. Lysen, en werd openbaar uitgesproken op 30 oktober 2003.