ECLI:NL:CRVB:2003:AN8471
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om de vraag of de bezwaren van de gedaagde tegen de correctie- en boetenota's terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard omdat het bezwaarschrift niet binnen de wettelijke termijn is ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 november 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de Raad de eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam heeft herzien. De zaak is ontstaan na een looncontrole bij de gedaagde, waarbij correctie- en boetenota's zijn opgelegd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De correctienota's zijn verzonden in 1998, en het bezwaar van de gedaagde is pas op 20 juli 1998 ingediend, wat volgens de appellant te laat was.
De Raad heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd dat het bezwaarschrift daadwerkelijk op de genoemde datum is verzonden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend, maar de Raad oordeelt dat de gedaagde niet kan aantonen dat de verzending heeft plaatsgevonden. De Raad benadrukt dat het risico van niet-ontvankelijkheid bij de afzender ligt wanneer er geen bewijs van verzending is.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de bezwaren van de gedaagde terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep alsnog ongegrond. Dit betekent dat de gedaagde niet in zijn bezwaar kan worden ontvangen, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.