ECLI:NL:CRVB:2004:AO6541
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift inzake herindeling van sectoren binnen de sociale zekerheid
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door eiseres, een culturele instelling, is ingediend tegen een indelingsbesluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 19 juni 2003 besloten om eiseres te herindelen van sector 54 (Culturele instellingen) naar sector 44 (Zakelijke Dienstverlening II). Eiseres heeft op 5 september 2003 bezwaar aangetekend tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend, buiten de geldende termijn van zes weken zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eiseres heeft aangevoerd dat de termijnoverschrijding te wijten was aan de vakantieperiode, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De Raad stelt vast dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden in de risicosfeer van eiseres liggen en dat zij verantwoordelijk is voor het tijdig indienen van het bezwaarschrift.
De Raad heeft de zaak behandeld op 12 februari 2004, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar algemeen directeur. Na de behandeling heeft de Raad geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat er geen aanleiding is om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, dat betrekking heeft op proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 25 maart 2004, waarbij de Raad de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift bevestigde.