ECLI:NL:CRVB:2004:AP0952
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor juridische kosten in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de verzoeker, die als zelfstandige werkzaam was, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de kosten van juridische bijstand. Deze aanvraag werd afgewezen door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk, omdat de kosten verband hielden met gerechtelijke procedures die voortvloeiden uit de periode dat de verzoeker als zelfstandige werkte. De verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de aanvraag om bijzondere bijstand niet kon worden toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde bevoegd was om de aanvraag af te wijzen op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een heroverweging van het eerdere besluit rechtvaardigden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de verzoeker niet had aangetoond dat er nieuwe feiten waren die de afwijzing konden onderbouwen.
De rechtbank had eerder de uitspraak van de gedaagde bevestigd, en de voorzieningenrechter concludeerde dat het hoger beroep van de verzoeker niet kon slagen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen grond was voor het treffen van een dergelijke maatregel. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 mei 2004, waarbij de voorzieningenrechter de eerdere beslissing bevestigde en het verzoek om bijzondere bijstand afwees.