ECLI:NL:CRVB:2004:AP1685
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor seksuele hulpverlening
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1950 en lichamelijk zeer ernstig gehandicapt, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de kosten van seksuele hulpverlening van de Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling (SAR). De aanvraag werd afgewezen door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, omdat de noodzaak van de gevraagde voorziening niet was komen vast te staan. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, die de afwijzing van de aanvraag door gedaagde bevestigde.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 20 april 2004. Tijdens deze zitting was appellant vertegenwoordigd door Ch. Verpaalen van de Stichting Juridische EHBO, terwijl gedaagde werd vertegenwoordigd door J.P. Nuijten van de gemeente Goirle. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het advies van de GGD Hart voor Brabant en het rapport van seksuologe I.W. Gaasbeek. Dit rapport stelde dat de kwaliteit van het leven van appellant zou toenemen met de diensten van de SAR, maar het maakte een onderscheid tussen wenselijkheid en noodzakelijkheid.
De Raad oordeelde dat, volgens artikel 39 van de Algemene bijstandswet (Abw), bijzondere bijstand alleen kan worden verleend voor noodzakelijke kosten. Aangezien er geen ander medisch rapport was overgelegd dat de noodzaak van de seksuele hulpverlening bevestigde, concludeerde de Raad dat de aanvraag niet voldeed aan de criteria voor bijzondere bijstand. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees een veroordeling in de proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M.A. van der Kolk-Severijns en griffier M. Pijper op 1 juni 2004.