ECLI:NL:CRVB:2004:AP1757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- M. Pijper
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand wegens verzwegen inkomsten
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Assen, waarin haar beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen ongegrond werd verklaard. Het geschil betreft de terugvordering van teveel verleende bijstand over de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 januari 2000, ten bedrage van f 12.712,61. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 20 april 2004, waarbij appellante in persoon aanwezig was en gedaagde vertegenwoordigd werd door H.L. van Scheepen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante gedurende de genoemde periode bij de Stichting GGZ Drenthe te Assen heeft gewerkt, zonder de gemeente op de hoogte te stellen van haar werkzaamheden en de daarmee verworven inkomsten. Dit leidde tot een herziening van haar recht op bijstand, zoals vastgelegd in artikel 69, derde lid, aanhef en onder a, van de Algemene bijstandswet (Abw). De Raad oordeelt dat de gemeente op basis van artikel 81, eerste lid, van de Abw gerechtigd is om de teveel verleende bijstand terug te vorderen, aangezien appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden.
De Raad heeft geen dringende redenen gevonden om van terugvordering af te zien, zoals bedoeld in artikel 78, derde lid, van de Abw. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep, met mr. J.M.A. van der Kolk-Severijns als rechter en M. Pijper als griffier, en is uitgesproken op 1 juni 2004.