ECLI:NL:CRVB:2004:AP1839
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit over terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat appellant heeft ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd vernietigd. De zaak betreft de terugvordering van een onverschuldigd betaalde uitkering, die per abuis op een verkeerd bankrekeningnummer is gestort. Appellant heeft in zijn beroepschrift aangegeven dat hij het niet eens is met de beslissing van gedaagde om het bedrag van fl. 1.139,53 terug te vorderen. Gedaagde heeft in een brief van 15 juni 2000 aan appellant meegedeeld dat hij het bedrag voor 30 juni 2001 diende terug te betalen, met de waarschuwing dat bij uitblijven van betaling invordering zou volgen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 27 april 2004, waarbij appellant in persoon aanwezig was, terwijl gedaagde zich niet heeft laten vertegenwoordigen. De Raad heeft geoordeeld dat het opeisen van het bedrag dat op een verkeerd rekeningnummer is gestort, niet kan worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtshandeling en derhalve geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, maar is het beroep tegen het besluit II gegrond verklaard. De Raad heeft gedaagde in de proceskosten van appellant veroordeeld tot een bedrag van € 19,96 en heeft bepaald dat gedaagde het griffierecht van € 87,-- aan appellant dient te vergoeden.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan door mr. Th.C. van Sloten als voorzitter en mr. G.M.T. Berkel-Kikkert en mr. R.H.M. Roelofs als leden, in aanwezigheid van griffier L. Jörg. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 juni 2004.